Vertrouwen van Turkse en Arabische allochtonen in hun oncoloog

Onderzoek
Marij A. Hillen
Shaima el Temna
Jane van der Vloodt
Hanneke C.J.M. de Haes
Ellen M.A. Smets
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5881
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken wat de aard is van het vertrouwen in hun oncoloog van Turkse en Arabische allochtonen met kanker en nagaan hoe dit vertrouwen tot stand komt.

Opzet

Semigestructureerde kwalitatieve interviews.

Methode

We interviewden 9 patiënten van Turkse en Arabische herkomst die kanker hadden over het vertrouwen in hun oncoloog.

Resultaten

Het vertrouwen dat deze patiënten in hun oncoloog stelden, leek geleidelijk tot stand te komen. Volgens patiënten waren 3 specifieke elementen bevorderlijk voor dit vertrouwen. Allereerst hechtten zij aan een sterke actiegerichtheid van de arts, zelfs in de palliatieve fase waarin behandeling niet meer geïndiceerd is. Een afwachtend beleid interpreteerden deze patiënten als een gebrek aan hulpvaardigheid, wat hun vertrouwen beschadigde. Daarnaast vertelden patiënten dat zij er behoefte aan hadden dat de oncoloog hen geruststelde en zwaarmoedige onderwerpen vermeed, met als doel hoop te kunnen behouden. Ten slotte droeg de non-verbale communicatie van de oncoloog, met name zijn of haar gezichtsuitdrukking, bij aan het vertrouwen van patiënten.

Conclusie

Vertrouwen lijkt bij deze Turkse en Arabische allochtonen geen vanzelfsprekendheid en zal soms door oncologen ‘verdiend’ moeten worden. Omdat de patiënten aangaven een sterke behoefte te hebben aan actiegerichtheid is het wenselijk dat oncologen hun overwegingen voor een eventueel afwachtend beleid goed uitleggen. Voor het behoud van hoop is het belangrijk dat oncologen de informatiebehoefte van de patiënt achterhalen. De resultaten van dit exploratieve, kleinschalige onderzoek kunnen artsen helpen het vertrouwen van Turkse en Arabische allochtonen te optimaliseren.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum-Universiteit van Amsterdam, afd. Medische Psychologie, Amsterdam.

M.A. Hillen, MSc, J. van der Vloodt, BA, prof.dr. H.C.J.M. de Haes en dr. E.M.A. Smets, medisch-psychologisch onderzoekers; S. el Temna, student geneeskunde.

Contact M.A. Hillen, MSc (m.a.hillen@amc.uva.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: formulieren met belangenverklaringen zijn beschikbaar bij dit artikel op www.ntvg.nl (zoeken op A5881; klik op ‘Belangenverstrengeling’). Financiële ondersteuning voor dit artikel: de auteurs ontvingen een onderzoekssubsidie van KWF Kankerbestrijding (subsidienummer: CJ451001).
Aanvaard op 21 februari 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Marij A. Hillen ICMJE-formulier
Shaima el Temna ICMJE-formulier
Jane van der Vloodt ICMJE-formulier
Hanneke C.J.M. de Haes ICMJE-formulier
Ellen M.A. Smets ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties