Verticale HIV-1-transmissie. I. Risico en preventie bij de zwangere

Klinische praktijk
J.M. Orendi
K. Boer
A.M. van Loon
J.C.C. Borleffs
A.C.C. van Oppen
C.A.B. Boucher
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2720-4
Abstract

Samenvatting

- Bij zwangeren die geïnfecteerd zijn met HIV-1 en geen anti-HIV-therapie ontvangen, treedt bij 15-30 verticale HIV-transmissie op, meestal pas in het derde trimester of tijdens de bevalling.

- In het derde trimester heeft de HIV-RNA-concentratie in plasma of serum een belangrijk voorspellende waarde voor het risico van verticale HIV-transmissie. Dit risico kan verlaagd worden door anti-HIV-medicatie en in een aantal gevallen ook door het vermijden van een vaginale bevalling (keizersnede).

- Teneinde de kans op verticale transmissie te minimaliseren, is het aan te bevelen de HIV-RNA-concentratie bij HIV-seropositieve zwangeren gedurende de zwangerschap meerdere malen te controleren. Bij een verhoogde concentratie kan dan, na controle van de plasmaconcentratie van anti-HIV-middelen en van het HIV-resistentieprofiel, een geïndividualiseerde anti-HIV-therapie gegeven worden, opdat maximale suppressie van virusreplicatie in het derde trimester wordt gerealiseerd.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Utrecht, Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht.

Eijkman-Winkler Laboratorium voor Microbiologie, Infectieziekten en Ontsteking, afd. Virologie: J.M.Orendi (thans: Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Medische Microbiologie, Leiden) en dr.C.A.B. Boucher, artsen-microbiologen; dr.A.M.van Loon, viroloog.

Afd. Interne Geneeskunde: dr.J.C.C.Borleffs, internist.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: dr.A.C.C.van Oppen, gynaecoloog.

Academisch Medisch Centrum, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Amsterdam.

Dr.K.Boer, gynaecoloog.

Contact dr.C.A.B.Boucher

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties