Cerebrovasculaire accidenten (CVA's) komen na hart-en vaatziekten en kanker op de derde plaats bij de meest voorkomende doodsoorzaken in de westerse wereld. De patiënten die niet overlijden na een CVA, hebben vaak ernstige en invaliderende restverschijnselen. De patiënt verliest zijn onafhankelijkheid en zelfrespect. De arts raakt vaak gefrustreerd door de beperkte mogelijkheden van de medische zorg, wat zelfs kan leiden tot therapeutisch nihilisme.
In Engeland, waar iedere vijf minuten iemand wordt getroffen door een CVA, zijn de voorzieningen voor de opvang en revalidatie van patiënten met CVA niet optimaal. De hoeveelheid geld die hiervoor beschikbaar is, is gering. De zorg voor patiënten met CVA heeft geen hoge prioriteit. Om die reden organiseerde het King's Fund van 27 tot en met 29 juni 1988 een consensusbijeenkomst over de behandeling van CVA.1 Tijdens de bijeenkomst werden vijf vragen gesteld; deze worden hier te zamen met de door het panel gegeven antwoorden…
Reacties