Verscholen lokaal recidief na een mammasparende behandeling

Klinische praktijk
M.F. Bouwmeester
J.H.G. Klinkenbijl
W.F. Eggink
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:1017-9
Abstract

Dames en Heren,

Wanneer een vrouw met in de voorgeschiedenis een borstsparende operatie in verband met een mammacarcinoom zich presenteert met een verandering van de borst, zoals vollere mammae, subcutane nodi, ‘peau d’orange', zal elke arts op zijn of haar hoede zijn voor een lokaal recidief. Gewoonlijk zullen dan een gedegen lichamelijk onderzoek, mammografie gecombineerd met echografie van de borst en eventueel MRI en scintigrafie worden verricht. De beoordeling van de borst kan door de in het verleden gegeven radiotherapie en het bestaande litteken moeilijk zijn. In deze les willen wij aan de hand van drie ziektegeschiedenissen laten zien dat de arts zich niet te gemakkelijk gerust moet laten stellen door een negatieve uitslag van het routineonderzoek – zeker niet wanneer er een discrepantie bestaat tussen het lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek en wanneer het zogenaamde ‘niet-pluisgevoel’ bestaat. Een gezonde dosis achterdocht, onderzoek door een ervaren specialist en het nemen…

Auteursinformatie

Ziekenhuis Rijnstate, afd. Algemene Heelkunde, Wagnerlaan 55, 6815 AD Arnhem.

Mw.M.F.Bouwmeester, assistent-geneeskundige; dr.J.H.G.Klinkenbijl en dr.W.F.Eggink, chirurgen.

Contact dr.J.H.G.Klinkenbijl

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties