Samenvatting
Doel
Bepalen van de cumulatieve 6-jaars-incidentie van diabetes mellitus type 2 in de algemene populatie.
Opzet
Prospectief cohortonderzoek.
Methode
Bij 1342 mensen zonder diabetes in de gemeente Hoorn, met een leeftijd van 50-74 jaar bij aanvang van de studie (1989/'92), werd een 75 g orale glucosetolerantietest uitgevoerd; deze test werd herhaald bij het heronderzoek na 6 jaar (1996-1998). De gemiddelde follow-upduur was 6,4 jaar. De cumulatieve incidentie van diabetes werd bepaald volgens 3 verschillende definities voor diabetes: die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO-1985 en WHO-1999), gebaseerd op de glucoseconcentratie in nuchtere toestand en 2 h na orale glucosebelasting, en die van de Amerikaanse Diabetesassociatie (ADA-1997), alleen gebaseerd op de nuchtere glucoseconcentratie.
Resultaten
De cumulatieve incidentie van diabetes was 6,1, 8,3 respectievelijk 9,9 volgens de WHO-1985-, ADA-1997- en WHO-1999-criteria. De cumulatieve incidentie van diabetes (volgens de WHO-1999-criteria) was 64,5 voor mensen die bij aanvang van de studie zowel een gestoorde nuchtere glucoseconcentratie als een gestoorde glucosetolerantie hadden en 4,5 voor mensen met normale glucoseconcentraties. De oddsratio's voor het ontstaan van diabetes, gecorrigeerd voor leeftijd, sekse en follow-upduur, waren 10,0 (95-BI: 6,1-16,5) voor alléén gestoorde nuchtere glucoseconcentratie, 10,9 (6,0-19,9) voor alléén gestoorde glucosetolerantie en 39,5 (17,0-92,1) voor de combinatie van beide. Naast de glucoseconcentratie was ook de middel-heupratio een belangrijke risicofactor voor diabetes.
Conclusie
In de algemene blanke bevolking nam de cumulatieve incidentie van diabetes sterk toe bij een gestoorde glucoseconcentratie in nuchtere toestand en een gestoorde waarde 2 h na glucosebelasting en in het bijzonder bij de combinatie van beide.
Reacties