VRAAG 4. Metformine wordt toegepast bij de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2, bij wie het de insulinegevoeligheid vergroot. Een van de mogelijke bijwerkingen, de ernstigste, is een levensbedreigende melkzuuracidose – de kans hierop is vergroot bij een verminderde nierfunctie. Is het zo dat een gereduceerde nierfunctie (creatinineklaring 10-15 ml/min), zonder acidose, het gevaar vergroot voor het ontstaan van melkzuuracidose door metformine?
ANTWOORD. Melkzuur wordt gevormd in de lever (glycolyse) en door anaërobe afbraak van glucose, bijvoorbeeld in de spieren. Een deel van het gevormde lactaat wordt uitgescheiden door de nieren en voor een deel gemetaboliseerd in de lever (gluconeogenese en oxidatie). Melkzuuracidose kan ontstaan als gevolg van een toegenomen productie en/of een gestoorde klaring.1 De biguaniden, en fenformine in het bijzonder, staan bekend om het risico op het ontstaan van lactaatacidose. Van fenformine is een incidentie van 1 lactaatacidose per 1000 patiëntjaren gerapporteerd.2 De sterfte…
Reacties