Samenvatting
Bij 44 patiënten met onbehandelde lichte tot matige hypertensie werden bloeddrukmeting tijdens het spreekuur en zelf gemeten bloeddruk thuis vergeleken met continue ambulante intra-arteriële bloeddrukregistratie onder gestandaardiseerde omstandigheden buiten het ziekenhuis. De spreekuurbloeddruk bleek een slechte indicator van de intra-arteriële bloeddruk en was bij de helft van de patiënten zowel systolisch als diastolisch aanzienlijk hoger. Bij 29 patiënten was de zelf gemeten systolische en bij 23 patiënten de diastolische druk lager dan de spreekuurbloeddruk. Bij deze patiënten kwam de zelf gemeten bloeddruk beter overeen met de intra-arteriële druk dan de spreekuurmeting. Wanneer de zelf gemeten bloeddruk hoger was dan op het spreekuur, kwam de spreekuurbloeddruk, vooral diastolisch, het best overeen met de intra-arteriële druk. De laagste indirect gemeten bloeddruk- of die nu thuis of op het spreekuur werd gemeten – was dus gewoonlijk het meest representatief voor de ‘echte’ bloeddruk. Hoewel geen van de twee indirecte methoden de intra-arteriële druk precies schatte, zijn wij van mening dat zelfmeting van de bloeddruk beschouwd moet worden als een belangrijk hulpmiddel bij de diagnostiek en behandeling van hypertensie.
Reacties