Samenvatting
- Verdrinking en bijna-verdrinking zijn belangrijke oorzaken van respectievelijk overlijden en neurologische schade bij kinderen.
- Het pathofysiologisch substraat bestaat uit hypoxie, ischemie, respiratoire en metabole acidose en eventueel hypothermie.
- Meestal wordt er vloeistof geaspireerd; dan ontstaat een persisterend gestoorde gaswisseling. Er is grote kans op aritmieën en hypovolemie.
- Het hoofddoel bij de behandeling van drenkelingen is het beperken van de cerebrale schade.
- De behandeling bestaat uit reanimatie en stabilisatie, zuurstoftoediening met positieve eindexpiratoire druk, intraveneuze vloeistoftoediening en centrale opwarming.
- De prognose is vooral afhankelijk van de duur van de submersie, maar die is meestal moeilijk te achterhalen. Submersie > 5 min is prognostisch ongunstig.
- Bij hypothermie ten gevolge van submersie in ijskoud water zijn de prognostische factoren minder duidelijk - in die gevallen moet men met behandeling altijd doorgaan totdat de kerntemperatuur ≥ 32°C is.
Reacties