Samenvatting
Twee behandelingen werden vergeleken in een gerandomiseerd onderzoek waaraan 533 patiënten met een acuut infarct deelnamen, 264 patiënten werden conventioneel behandeld (groep 1) en 269 kregen een behandeling die gericht was op snelle rekanalisatie van de veelal afgesloten coronairarterie (groep 2). Bij de eerste 152 patiënten in groep 2 werd uitsluitend intracoronair streptokinase gegeven (250.000 eenheden), onmiddellijk na coronariografie. Bij de volgende 117 patiënten werd deze intracoronaire behandeling voorafgegaan door intraveneuze toediening van streptokinase (500.000 eenheden). Bij 198 van de 234 patiënten bij wie angiografie werd verricht in de acute fase van het infarct, was de met het infarct samenhangende coronairarterie doorgankelijk aan het eind van de ingreep (85).
De sterfte was lager bij patiënten uit groep 2 gedurende de gehele follow-up-periode. De éénjaarsoverleving was 91 bij patiënten in groep 2 en 84 in groep 1. Het voorkomen van ventrikelfibrilleren, pericarditis en cardiogene shock in groep 2 was lager dan in de controlegroep. Daarentegen traden bij patiënten uit groep 2 vaker bloedingen en, in het bijzonder bij patiënten met een onderwandinfarct, vaker recidiefinfarcering op.
Op grond van deze gegevens concluderen wij dat trombolyse een aanwinst is bij de behandeling van patiënten met een acuut hartinfarct.
Reacties