Verband tussen sociaal-economische status en verschillen in gebruik van zorg bij zwangerschap, bevalling en kraamperiode

Onderzoek
W.P. Herngreen
J.D. Reerink
B.M. van Noord-Zaadstra
S.P. Verloove-Vanhorick
J.H. Ruys
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1007-12
Abstract

Samenvatting

Doel

Beschrijving van verschillen in gebruik van zorg vóór, tijdens en na de bevalling in relatie tot sociaal-economische status (SES).

Plaats

Geografisch omschreven verzorgingsgebieden van 21 consultatiebureaus voor zuigeling en kleuters (CB's) in verschillende delen van Nederland.

Opzet

Retrospectief cohortonderzoek.

Materiaal en methode

Van alle vrouwen die in de periode april 1988-oktober 1989 bevielen van een levendgeboren kind (n = 2119) werden gegevens geregistreerd tijdens het postnatale huisbezoek door de wijkverpleegkundigen. Complete gegevens waren beschikbaar van 2060 (97,2) moeders. Als indicator voor SES werd de hoogste genoten schoolopleiding van de moeder genomen. In multivariate analyses van het verband tussen SES en zorggebruik werd gecorrigeerd voor urbanisatiegraad van het woongebied, afstand tussen de woonplaats en het ziekenhuis, leeftijd, pariteit, etniciteit, lengte, roken, gezondheidsproblemen van de moeder tijdens de zwangerschap, verloskundige voorgeschiedenis, vroeggeboorte en laag geboortegewicht van het kind.

Resultaten

Ten opzichte van de hoogste SES-groep was er voor de laagste groep een toegenomen kans op een klinische bevalling (odds ratio (OR) 1,60; 95-betrouwbaarheidsinterval (BI) 1,16-2,20); de kans op een volledige kraamperiode thuis nam af naarmate de SES lager was (SES-laag: OR 0,47; 95-BI 0,34-0,65). Verschillen in wijzen van bevallen (bijv. keizersnede) naar SES waren zeer gering en niet significant.

Conclusie

Er bestaan in Nederland sociaal-economische verschillen in gebruik van perinatale zorg en de plaats waar de kraamperiode wordt doorgebracht. Vrouwen met een hogere SES bevielen vaker thuis of poliklinisch en brachten de kraamperiode vaker thuis door, onafhankelijk van andere risicofactoren. Mogelijke verschillen in voorkeur tussen de vrouwen in de onderscheiden SES-groepen met betrekking tot de plaats van de bevalling werden niet onderzocht.

Auteursinformatie

Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

Drs.W.P.Herngreen, andragoloog; J.D.Reerink en mw.dr.S.P.Verloove-Vanhorick, kinderartsen; mw.B.M.van Noord-Zaadstra, epidemioloog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Neonatologie, Leiden.

Prof.dr.J.H.Ruys, emeritius hoogleraar neonatologie.

Contact drs.W.P.Herngreen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties