Samenvatting
Doel
Vergelijken van de incidentie van perinatale sterfte en morbiditeit tot 28 dagen na de geboorte bij geplande thuisbevallingen met die bij geplande ziekenhuisbevallingen.
Opzet
Landelijk cohortonderzoek.
Methode
Analyse van de gegevens uit de 3 landelijke perinatale en neonatale registers over de jaren 2000-2009. Wij selecteerden vrouwen met een laagrisicozwangerschap die bij aanvang van de baring eerstelijnszorg ontvingen. Uitkomstmaten waren sterfte intra partum en neonataal tot 28 dagen, apgarscore 5 minuten na geboorte en NICU-opname binnen 7 dan wel 28 dagen na geboorte.
Resultaten
Van 814.858 vrouwen met een laag risico planden er 466.041 (57,2%) een thuisbevalling en 276.908 (34,0%) een ziekenhuisbevalling. Van de overige 71.909 (8,8%) vrouwen was de geplande setting onbekend. De gecombineerde sterfte tijdens de bevalling en tot 28 dagen na geboorte was voor primiparae bij thuisbevalling 1,02 en bij ziekenhuisbevalling 1,09 per 1000 bevallingen (gecorrigeerde OR: 0,99; 95%-BI: 0,79-1,24); voor multiparae was dit 0,59 versus 0,58 (gecorrigeerde OR: 1,16; 95%-BI: 0,87-1,55). Kinderen van multiparae hadden na een ziekenhuisbevalling vaker een apgarscore < 7 (gecorrigeerde OR: 0,77; 95%-BI: 0,69-0,86) en werden vaker binnen 28 dagen op de NICU opgenomen (gecorrigeerde OR: 0,79; 95%-BI: 0,66-0,93). Voor primiparae waren er geen verschillen.
Conclusie
Voor vrouwen bij wie het risico op perinatale complicaties toch al gering is, is er geen verhoogd risico op slechte perinatale uitkomsten als zij een thuisbevalling plannen. Deze bevindingen gelden echter alleen binnen een systeem van verloskundige zorg waarin de thuisbevalling goed is ingebed, met adequate risicoselectie, geschoolde verloskundigen en een goed verwijssysteem naar de tweede lijn.
Reacties