Samenvatting
- Door veranderingen in de lichaamssamenstelling van ouderen en verminderde lichamelijke activiteit daalt de energiebehoefte en de dagelijkse energie-inname. Vooral fragiele ouderen hebben een verhoogde kans op een slechte voedingstoestand, die de fragiliteit kan vergroten. Fragiliteit is een toestand van verminderde fysiologische reserve, die samenhangt met een toenemende afhankelijkheid van anderen voor dagelijkse activiteiten en met een verhoogd risico voor invaliditeit.
- Diverse onderzoeken bij ogenschijnlijke gezonde, maar ook bij fragiele ouderen hebben aangetoond dat bij een dagelijkse energie-inname lager dan 6,3 MJ of 1500 kcal het moeilijk is om een voeding samen te stellen die voldoet aan de aanbevolen hoeveelheden vitaminen en mineralen. Vooral de dagelijkse voorziening van vitaminen van het B-complex en vitamine C blijken dan insufficiënt. Voorts blijkt de prevalentie van een inadequate vitamine-D-status boven de 30 te liggen bij ouderen die aan huis gebonden zijn en ouderen boven de 75 jaar. Een verhoogde inname van genoemde nutriënten kan een bijdrage leveren aan het voorkómen van fragiliteit.
- Er zijn screeningslijsten ontwikkeld om snel inzicht te verkrijgen in de voedingstoestand van ouderen. Deze moeten nog aan de Nederlandse voedingsgewoonten aangepast worden. Op dit moment is een verandering in lichaamsgewicht het beste signaal voor een insufficiënte voeding.
Reacties