De aanbevelingen van de Voedingsraad over de ‘Nederlandse voedingsnormen’ en de ‘Voeding bij de oudere mens’, daterend uit respectievelijk 1992 en 1995,1 2 waren duidelijk aan herziening toe. De afgelopen jaren zijn namelijk steeds meer onderzoeksresultaten beschikbaar gekomen die erop wijzen dat een goede voorziening met voedingsstoffen van belang is voor zowel de preventie van deficiëntieziekten alsook van bepaalde chronische ziekten, zoals osteoporose. Daarom heeft de Gezondheidsraad, in juli 2000, advies uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betreffende de aanbevolen inname van een aantal voedingsstoffen.3 Dit rapport is gewijd aan calcium, vitamine D en 5 van de zogeheten B-vitaminen, (thiamine, riboflavine, niacine, pantotheenzuur en biotine).
Gezien de grote belangstelling voor de preventie en de behandeling van osteoporose beperk ik mij in dit artikel tot het weergeven van de adviezen die de raad heeft gegeven voor de bevolking in Nederland aangaande de innamen van calcium en…
(Geen onderwerp)
Follega, november 2000,
Onlangs besprak Hart de aanbevelingen van de Gezondheidsraad inzake de inname van calcium, vitamine D en een vijftal B-vitaminen (2000:1991-4).1 Daarin komt onder andere aan de orde dat de Gezondheidsraad bij 70-plussers een dagelijkse inname van tenminste 12,5 μg vitamine D - of bij minder dan gebruikelijke blootstelling aan zonlicht zelfs 15 μg - raadzaam acht. Daar de normale voeding onmogelijk in genoemde hoeveelheden kan voorzien, komt dit advies in de praktijk neer op het verstrekken van vitamine-D-druppels aan alle ouderen. Evenals de Gezondheidsraad zelf wijst Hart er daarbij op dat dit advies niet in overeenstemming is met de opvatting van het Nederlands Huisartsen Genootschap terzake, dat in zijn standaard ‘Osteoporose’ stelt dat vitamine-D-suppletie met het oogmerk fracturen te voorkomen bij mensen ouder dan 70 jaar niet wordt aanbevolen.2 Wij hechten er aan dit standpunt hier nader toe te lichten.
De afwijzing van vitamine-D-suppletie berust op het feit dat een aanbeveling daartoe destijds niet ‘evidence-based’ werd geacht. Van de twee trials die bij het opstellen van de standaard in ogenschouw zijn genomen, liet er één wel en de andere niet een reductie van het aantal fracturen zien.3 4 In de trial met een positieve uitslag werd echter tevens extra calcium ingenomen en was de habituele inname van calcium met de voeding substantieel lager dan in Nederland gebruikelijk is.
Het advies van de Gezondheidsraad blijkt te berusten op een speculatieve redenering waarin wordt getracht de uitkomsten van een viertal trials met elkaar te verenigen.3-6 De idee dat dagelijkse inname van 12,5 tot 15 μg wenselijk is, lijkt daarbij vooral ingegeven te zijn door de wens de negatieve uitkomsten van de trial van Lips et al. weg te redeneren. Dit laat onverlet dat er ook andere interpretaties mogelijk zijn. Zo kunnen de gunstige effecten in een deel van de trials worden toegeschreven aan gelijktijdige verstrekking van calciumsuppletie, terwijl bij de baten van jaarlijkse vitamine-D-injecties in het 's winters duistere Finland mogelijk berusten op preëxistent vitamine-D-tekort. De trials betreffen hoe dan ook uiteenlopende populaties, zodat willekeurig welke interpretatie nadere bevestiging behoeft.
Het advies van de Gezondheidsraad inzake de vitamine-D-inname door 70-plussers roept ook in andere opzichten vragen op, daar elders in het rapport gemeld wordt dat ook de huid van ouderen bij betrekkelijk geringe blootstelling aan zonlicht nog substantiële hoeveelheden vitamine D kan aanmaken, terwijl tevens valt te lezen dat mobiele 71-jarige vrouwen met een inname van niet meer van 3,5 μg vitamine D/dag doorgaans een adequate calcidiolspiegel kunnen handhaven. Vitamine-D-tekort bedreigt dan ook vooral degenen die niet of nauwelijks in de buitenlucht komen, zoals hoogbejaarde verpleeghuisbewoners. De Gezondheidsraad had het belang van verblijf in de buitenlucht wel wat meer mogen benadrukken en had verpleeghuizen kunnen aanraden op dit punt adequate maatregelen te treffen. Vitamine-D-suppletie kan dan worden aanbevolen als laatste middel voor ouderen indien niet afdoende in verblijf buiten kan worden voorzien. Wij zullen in overweging nemen de standaard ‘Osteoporose’ te zijner tijd op dit punt bij te stellen.
Gezondheidsraad. Voedingsnormen. Calcium, vitamine D, thiamine, riboflavine, niacine, pantotheenzuur en biotine. Publicatienr 2000/12. Rijswijk: Gezondheidsraad, 2000.
Elders P, Keimpema JC van, Petri H, et al. NHG-standaard Osteoporose. Huisarts Wet 1999;42:115-28.
Chapuy MC, Arlot ME, Duboeuf F, Brun J, Crouzet B, Arnaud S, et al. Vitamin D3 and calcium to prevent hip fractures in elderly women. N Engl J Med 1992;327:1637-42.
Lips P, Graafmans WC, Ooms ME, Bezemer PD, Bouter LM. Vitamin D supplementation and fracture incidence in elderly persons. Ann Intern Med 1996;124:400-6.
Heikinheimo RJ, Inkovaara JA, Harju EJ, Haavisto MV, Kaarela RH, Kataja JM, et al. Annual injection of vitamin D and fractures of aged bones. Calcif Tissue Int 1992;51:105-10.
Dawson-Hughes B, Harris SS, Krall EA, Dallal GE. Effect of calcium and vitamin D supplementation on bone density in men and women 65 years of age or older. N Engl J Med 1997;337:670-6.