Samenvatting
Doel
Analyse van 48 urinedeviaties in een oncologische patiëntenpopulatie.
Opzet
Retrospectief onderzoek. Plaats. Het Nederlands Kanker InstituutAntoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis.
Methode
Bij alle patiënten die in de periode 1989-1993 een urinedeviatie kregen, werd dossieronderzoek verricht. Onderzocht werden: het type deviatie, de indicatie voor dat specifieke type en de postoperatieve complicaties.
Resultaten
Bij 48 patiënten (24 vrouwen en 24 mannen met een gemiddelde leeftijd van 62,1 jaar) werd een urinedeviatie aangelegd wegens cystectomie voor blaascarcinoom (n = 27), cystectomie bij totale bekkenexenteratie (13), totale urine-incontinentie door bestraling (5), urethracarcinoom (1) of palliatie van lokale klachten (2). De ingrepen waren: deviatie volgens Bricker (21), continent reservoir volgens Rowland en (of) een artificiële blaas (25), ureterosigmoïdeostomie (1) en continente toegang tot de blaas (Mitrofanoff-procedure) (1). Voor standaarddeviatie volgens Bricker werd gekozen bij: grote darmresecties (eventueel in het verleden), hoge leeftijd, angst voor incontinentie of geen behoefte aan een continente deviatie. Specifieke problemen bij de nieuwe vormen van deviatie waren moeilijkheden bij het catheteriseren van het reservoir en foliumzuurdeficiëntie. Alle andere postoperatieve problemen hingen meer samen met de uitgebreidheid van de primaire oncologische ingreep dan met het type deviatie dat werd aangelegd.
Conclusie
Behalve een beperkt aantal contra-indicaties, zoals een tekort aan darm, tumoringroei in de urethra en de onmogelijkheid of onwil zich te catheteriseren, zijn er geen bezwaren tegen de nieuwe typen urinedeviaties (continent reservoirartificiële blaas). Patiënten die in aanmerking komen voor een urinedeviatie dient men van deze nieuwere deviaties op de hoogte te brengen.
Reacties