Samenvatting
In 1984 vond in Nederland een omslag plaats in het maatschappelijke bewustzijn over de ziekte van Alzheimer. Ineens ontstond een overweldigende belangstelling voor dit fenomeen, met name in de media. In de jaren daarvoor was ‘de ziekte van Alzheimer’ bij het grote publiek nagenoeg onbekend. Geestelijke achteruitgang werd gezien als een natuurlijk en onontkoombaar onderdeel van de levensloop van de mens. Maar vanaf 1984 beschouwde men deze achteruitgang als de meest gevreesde ziekte die een mens kan treffen. De ziekte leek een mens van zijn of haar belangrijkste vermogens te beroven: denkkracht, communicatief vermogen en individualiteit. Voor veel partijen bood dit nieuwe ziektebegrip voordelen: wetenschappers konden nieuwe kennis ontwikkelen, gezonde ouderen werden gevrijwaard van stereotypen over hun leeftijd, en de ouderen die daadwerkelijk ernstig achteruitgingen konden zeggen dat zij getroffen waren door een ziekte, iets waar zij niets aan konden doen. In het jaar 1984 is de basis voor deze alzheimerrevolutie gelegd.
Reacties