Inleiding
de ziekten
Het syndroom van Gilbert
In 1901 beschreven Gilbert en Lereboullet voor het eerst een syndroom met een geringe ongeconjugeerde hyperbilirubinemie en intermitterende geelzucht.1 De geelzucht werd niet verklaard door een onderliggende leverziekte en ook werd hemolyse als oorzaak van de gestegen bilirubineconcentratie uitgesloten. Later werd dit syndroom naar de ontdekker vernoemd.2
Bij de meeste patiënten met het syndroom van Gilbert is de verhoogde ongeconjugeerde bilirubineconcentratie een toevalsbevinding bij oriënterend laboratoriumonderzoek. Normaal is de plasmaconcentratie van de ongeconjugeerde bilirubine minder dan 12 ?mol/l, maar bij patiënten met het syndroom van Gilbert ligt deze tussen 17 en 85 ?mol/l. De overige levertests, bijvoorbeeld voor alanineaminotransferase (ALAT) en aspartaataminotransferase (ASAT), geven doorgaans normale waarden en ook zijn er geen aanwijzingen voor cholestase. Voorts zijn er geen histologische leverafwijkingen. Bij zo'n 30 van de patiënten zijn de intermitterend geelverkleurde sclerae het enige symptoom van de ziekte. Patiënten kunnen zich…
Reacties