Inleiding
de ziekte
Fanconi-anemie (FA) is een autosomaal recessief erfelijke aandoening en wordt gekenmerkt door aangeboren afwijkingen, een verhoogd risico op beenmergfalen (pancytopenie), alsmede een verhoogde kans op maligniteiten. Bij de ‘klassieke’ FA-patiënt ontbreken de duimen en radii en zijn er groeiachterstand, moedervlekken, microftalmie en microcefalie (figuur 1). Tussen het 5e en 10e levensjaar is er progressief verlies van de beenmergfunctie, vaak beginnend met trombocytopenie. De levensverwachting is sterk gereduceerd (gemiddeld tot het 20e jaar; uitersten: 0-50), niet alleen door het beenmergfalen, maar ook door een (circa 1000 maal) verhoogde kans op acute myeloïde leukemie en solide tumoren, met name plaveiselcelcarcinomen (gynaecologische en orofaryngeale). Het beenmergfalen, dat vroeg of laat de meeste patiënten treft, kan tijdelijk worden opgevangen door transfusies of behandeling met androgenen en/of corticosteroïden, maar transplantatie met stamcellen van een verwante of niet-verwante donor is de enige curatieve behandeling voor dit aspect van de ziekte. De…
Reacties