Samenvatting
- In Nederland wordt jaarlijks bij 600-700 patiënten de diagnose ‘baarmoederhalskanker’ (cervixcarcinoom) gesteld en over de laatste 10 jaar stierven gemiddeld 250 vrouwen per jaar aan deze aandoening.
- In 2006 is het eerste vaccin tegen Humaan papillomavirus (HPV), Gardasil, ter preventie van baarmoederhalskanker in Europa geregistreerd.
- Beschikbaarheid van een vaccin tegen HPV leidt tot de vraag of dit opgenomen zou moeten worden in het Rijksvaccinatieprogramma.
- Eind 2006 organiseerde het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen in samenwerking met de Gezondheidsraad en het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu een workshop voor experts in het veld om die vraag te verkennen.
- HPV-vaccinatie biedt bescherming tegen HPV16 en -18, de typen die ongeveer 70 van de cervixcarcinomen veroorzaken.
- Mede omdat het effect van vaccinatie pas over vele jaren zichtbaar is, is het essentieel een goede deelname aan het screeningsprogramma te handhaven.
- De huidige vorm van screening zou verbeterd kunnen worden door de invoering van een HPV-test aangevuld met zelfbemonstering voor vrouwen die niet aan het screeningsprogramma deelnemen.
- Vaccinatie is een belangrijke ontwikkeling. Er is echter nog een aantal onbeantwoorde vragen betreffende de feitelijke bescherming en de duur daarvan, de langetermijnveiligheid en kosteneffectiviteit.
- Op 1 april 2008 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om het HPV-vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma op te nemen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:987-92
Reacties