Samenvatting
Doel
Bestuderen of ultrageluidsmetingen van de calcaneus een bijdrage kunnen leveren aan het opsporen van personen met een toegenomen kans op niet-vertebrale fracturen.
Opzet
Dwarsdoorsnedeonderzoek.
Plaats
De wijk Ommoord in Rotterdam.
Methode
Bij 1421 personen (631 mannen, 790 vrouwen) werd zowel een ultrageluidsmeting van de calcaneus als een botmineraaldichtheidsmeting met ‘dual energy X-ray absorptiometry’ (DXA) van de femurhals verricht. Aan de calcaneus werden 2 ultrageluidsparameters bepaald, de ‘speed of sound’ (SOS, in ms) en de ‘broadband ultrasound attenuation’ (BUA, in dBMHz). Bovendien werd aan alle personen gevraagd naar fracturen in de afgelopen 5 jaar. Per tertiel SOS en BUA werd gekeken naar de frequentie van niet-vertebrale fracturen. Daarnaast werd binnen tertielen van botmineraaldichtheid (DXA-meting) gekeken of er een verloop was in de frequentie van fracturen per tertiel SOS en BUA.
Resultaten
Zowel voor SOS en BUA als botmineraaldichtheid rapporteerden personen met een waarde in het laagste tertiel 2 tot 3 maal zo vaak een fractuur als personen met een waarde in het hoogste tertiel. Binnen tertielen botmineraaldichtheid hadden personen met een lage SOS steeds een hogere frequentie van fracturen dan personen met een hoge SOS. Voor BUA was een vergelijkbaar, doch minder uitgesproken verloop zichtbaar. Het onderscheidend vermogen van ultrageluidsmetingen gekwantificeerd aan de hand van het oppervlak onder de ‘receiver operating characteristic’-curve was matig (SOS: 0,63; BUA: 0,64), maar vergelijkbaar met dat van botmineraaldichtheidsmetingen (0,62). De combinatie van de ultrageluidsmetingen gaf slechts een geringe toename van het oppervlak (0,65).
Conclusie
Personen met een verlaagde waarde voor ultrageluidsgraadmeters hebben een verhoogd fractuurrisico, vooral indien ook de botmineraaldichtheid verminderd is. Of ultrageluidsmetingen bruikbaar zijn als screeningsmiddel blijft echter te bezien.
Reacties