Samenvatting
Met genoombrede associatiestudies (‘genome-wide association studies’, GWAS) probeert men verbanden te leggen tussen genetische variaties (‘single nucleotide polymorphisms’, SNP’s) en ziekten.
Dit artikel geeft inzicht in de achterliggende principes van GWAS.
Met deze studies zijn tot nu toe duizenden genetische varianten geïdentificeerd die geassocieerd zijn met complexe ziekten en biologische kenmerken zoals de bloedwaarden van LDL-cholesterol.
GWAS kunnen belangrijke inzichten geven in de onderliggende mechanismen van complexe ziekten en biologische kenmerken. Zij helpen daarmee de ontwikkeling van biomarkers en kunnen nieuwe aangrijpingspunten voor geneesmiddelen in beeld brengen.
Farmacogenetische GWAS
Het artikel ‘Uitvoering en nut van genoombrede associatiestudies’ van dr. F.W. Asselbergs e.a. geeft een duidelijk overzicht van de principes en het nut van GWA-studies met betrekking tot de etiologie van ziekten. Echter, een andere belangrijke toepassing van genoombrede associatiestudies blijft onderbelicht: het onderzoek naar de respons van patiënten op geneesmiddelen (farmacogenetische GWAS).
Farmacogenetica onderzoekt hoe genetische factoren ertoe kunnen leiden dat mensen verschillend reageren op geneesmiddelen. Gen-geneesmiddeleninteracties vinden plaats op farmacokinetisch of farmacodynamisch niveau. Daarnaast kan er sprake zijn van zogenoemde idiosyncratische reacties op een geneesmiddel. [1,2]
De grote kracht van de GWAS die in het artikel van Asselbergs wordt benoemd, namelijk de ‘hypothese-vrije’ benadering, geldt evengoed voor de farmacogenetische GWAS. Een meerwaarde van de farmacogenetische GWAS ten opzichte van de ziekte gerelateerde GWAS is dat sommige resultaten al bruikbaar zijn in de kliniek. Bovendien hebben farmacogenetische GWAS, ondanks hun relatief geringe aantal en kleine steekproefgrootte in vergelijking met ziekte gerelateerde GWAS, veel meer positieve resultaten opgeleverd.[3] Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat met name voor bijwerkingen sterke associaties zijn gevonden en in mindere mate voor effectiviteit van de behandeling. Een belangrijke barrière voor het uitvoeren van farmacogenetische GWAS is dat het vaak moeilijk is om retrospectief goede informatie over het geneesmiddelgebruik te achterhalen. Door het Nederlandse systeem waarbij de patiënt zijn medicatie overwegend via één apotheek verstrekt krijgt, is dit bij uitstek een goede plek om dit soort onderzoeken uit te voeren.[2,3]
Het is momenteel nog niet mogelijk om risico’s op ziektes te voorspellen aan de hand van SNPs, terwijl het voor sommige geneesmiddelen al mogelijk is om een risicovoorspelling te doen voor het optreden van bijwerkingen of het effect van de behandeling.3 Sinds oktober 2006 zijn hiervoor in Nederland adviezen voor apothekers en voorschrijvers beschikbaar als onderdeel van de G-standaard, welke elektronisch beschikbaar zijn tijdens het voorschrijven en bij de medicatiebewaking.[4]
Farmacogenetische GWA-studies kunnen hiermee bijdragen aan een veilige en effectieve behandeling en een mogelijke kostenbesparing door het doelmatig inzetten van de huidige beschikbare geneesmiddelen.[1-4]
Meta Diekstra, apotheker/onderzoeker (LUMC, afdeling Klinische Farmacie & Toxicologie)
Jesse Swen, ziekenhuisapotheker (LUMC, afdeling Klinische Farmacie & Toxicologie)
Referenties: