Samenvatting
Doel
In kaart brengen van trends in patiëntkenmerken en behandeluitkomsten van een groot cohort patiënten dat een oesofagusresectie onderging voor een maligniteit in een tertiair verwijscentrum over een periode van 16 jaar.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methoden
Wij verrichtten trendanalyse van demografische en klinisch-pathologische kenmerken, complicaties en overleving van patiënten die in de periode 1993-2008 een oesofagusresectie ondergingen in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam (AMC). De patiënten werden verdeeld over 3 tijdvakken, met een vergelijkbaar aantal: groep 1 (1993-1998; n = 332), groep 2 (1999-2004; n = 312) en groep 3 (2005-2008; n=296).
Resultaten
In de totale periode 1993-2008 werd bij 940 patiënten een oesofagusresectie uitgevoerd. In de eerste twee tijdvakken werd vaker (respectievelijk 65 en 64%) voor de transhiatale operatieve benadering gekozen, in het laatste vaker (53%) voor een transthoracale resectie. Het percentage microscopisch radicale resecties steeg over de tijdvakken. Ziekenhuismortaliteit bedroeg in de 3 tijdvakken 3,2-3,4%. De 3-jaarsoverleving verbeterde tijdens de 3 tijdvakken (respectievelijk 42%, 48% en 53%; p = 0,018).
Conclusie
In de afgelopen 16 jaar was de ziekenhuismortaliteit van patiënten met een potentieel curabel oesofaguscarcinoom waarvoor een oesofagusresectie werd uitgevoerd in het AMC stabiel laag. Het totale aantal complicaties steeg gedurende deze periodes. De langetermijnoverleving verbeterde tijdens deze periode tot een 3-jaarsoverleving van meer dan 50%.
Verbetering artikel 16-jaar oesofaguschirugie
Verbetering
In tabel 2 horen onder 'bloedverlies in ml' de cijfers achter 'transthoracaal' bij 'transhiataal' en omgekeerd.