Samenvatting
In een Nederlands gezin werd bij de moeder een amoebenleverabces, bij de vader amoebendysenterie en bij 1 van de 3 kinderen asymptomatisch cystendragerschap gediagnosticeerd. De 3 gezinsleden waren nooit in de tropen geweest. Met een DNA-typeringsmethode werd vastgesteld dat alledrie met dezelfde Entamoeba histolytica-stam waren geïnfecteerd. De infectie werd waarschijnlijk in Zuid-Italië opgelopen, waar het gezin geregeld op zomervakantie ging. Door medicamenteuze therapie herstelden de 3 gezinsleden. Bij een patiënt met een leverabces of colitis moet amoebiasis worden overwogen, zelfs wanneer er geen anamnese van een tropencontact is. Ontlastingsmonsters dienen te worden onderzocht op amoebencysten en trofozoïeten. Op grond van het morfologische onderzoek kan geen onderscheid worden gemaakt tussen cysten van E. histolytica en de niet-pathogene Entamoeba dispar. Aanvullend PCR-onderzoek van rechtstreeks uit de ontlasting geïsoleerd parasitair DNA is hiervoor noodzakelijk. Bij patiënten met een symptomatische infectie kunnen vrijwel altijd antistoffen tegen E. histolytica worden aangetoond. De behandeling van een invasieve infectie met E. histolytica met een weefselamoebicide middel dient steeds door een contactamoebicide middel te worden gevolgd om recidieven te voorkomen. Momenteel is op grond van effectiviteit en veiligheid paromomycine het contactamoebicide middel van eerste keus.
Reacties