Inleiding
Sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog is de incidentie van tuberculose in Nederland veel sneller gedaald dan voordien. Dit valt deels samen met het ter beschikking komen van tuberculostatica rond 1950 (streptomycine, para-aminosalicylzuur, isoniazide) en in de zestiger jaren (o.a. pyrazinamide, rifampicine, ethambutol). Daarna zijn geen wezenlijk nieuwe tuberculostatica meer beschikbaar gekomen, maar de inzichten in de werkingswijze van de bestaande middelen zijn wel belangrijk verdiept en hebben tot meer rationele therapeutische regimes geleid. Deze zijn zo doeltreffend gebleken dat het belang van langdurige bedrust al of niet in sanatoria werd overschaduwd, dat langdurige isolatie van patiënten met…
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:1845-9
Vakgebied
Reacties