Tuba-afwijkingen: predisponerende factor voor extra-uteriene graviditeit bij in vitro-fertilisatie

Onderzoek
D.J. Tinga
A.H.M. Simons
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:193-6
Abstract

Samenvatting

Doel

Het verschil vaststellen in vóórkomen van extra-uteriene graviditeit (EUG) na in vitro-fertilisatie (IVF) tussen patiënten met en zonder tuba-afwijkingen, en de eventuele consequenties voor preventie.

Plaats

Dertien Nederlandse IVF-klinieken. Methode. Er werd een enquête uitgevoerd naar het in 1990 en 1991 vóórkomen van EUG als gevolg van IVF.

Resultaten

Van in totaal 2065 klinische IVF-zwangerschappen was 2,9 niet intra-uterien, in de groep van 1075 IVF-zwangerschappen bij patiënten met tuba-afwijkingen 4,5 en bij 990 IVF-zwangerschappen bij patiënten zonder tuba-afwijkingen 1,1 (significant verschil: relatief risico: 4,02; 95-betrouwbaarheidsinterval: 2,10-7,69). Er was 1 heterotope zwangerschap. Risicofactoren voor EUG waren voor een tuba niet te definiëren.

Conclusie

Wegens het geringe percentage EUG's bij patiënten met tuba-afwijkingen is preventieve tubectomie vóór IVF niet gerechtvaardigd.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Obstetrie en Gynaecologie, Postbus 30.000, 9700 RB Groningen.

Dr.D.J.Tinga en A.H.M.Simons, gynaecologen.

Contact dr.D.J.Tinga

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties