Beste collega’s,
‘Trigger finger’, of tendovaginitis stenosans, is een veelvoorkomende vingeraandoening die gepaard kan gaan met pijn, functionele beperking en een verminderde kwaliteit van leven. De volgende casussen illustreren dat een trigger finger goed in de eerste lijn behandeld kan worden met een corticosteroïdinjectie, al gebeurt dat niet altijd.
Patiënt A, een 66-jarige man, kwam bij de huisarts met klachten van een hokkende middelvinger van de linker hand. Bij strekken haperde de vinger, wat gepaard ging met pijn in de handpalm. De klachten waren in de loop van enkele weken ontstaan. Door de klachten kon de patiënt niet meer gitaarspelen.
Bij lichamelijke onderzoek was aan de volaire zijde van de hand een zwelling palpabel in het traject van de derde straal. Deze zwelling bewoog mee bij strekken en buigen van de middelvinger. De middelvinger hokte bij actief strekken.
De huisarts stelde de diagnose ‘trigger finger’ (stadium 2). Vanwege de invaliderende klachten stelde de huisarts voor om een lokale corticosteroïdinjectie toe te dienen, maar de patiënt wilde het eerst nog aanzien. Vijf maanden later meldde hij zich alsnog bij de huisarts, omdat de pijn toenam en het hokken erger werd, zowel bij strekken als buigen van de vinger (video 1)…
Reacties