Samenvatting
Doel
Inzichtelijk maken van de toepassing van radiotherapie als onderdeel van primaire behandeling bij patiënten met kanker in Nederland.
Opzet
Retrospectieve, beschrijvende populatiestudie.
Methode
Gegevens van patiënten met borstkanker, prostaatkanker, endeldarmkanker en de niet-kleincellige vorm van longkanker werden geselecteerd uit de Nederlandse Kankerregistratie in 4 regio’s, die 50% van de Nederlandse bevolking omvatten. Het betrof de diagnosejaren 1997-2008 en uitgezonderd prostaatkanker ging het om patiënten zonder uitzaaiingen op afstand.
Resultaten
Tussen 1997 en 2008 nam het gebruik van primaire uitwendige radiotherapie toe met circa 7% bij patiënten met borstkanker en met circa 30% bij patiënten met endeldarmkanker. Bij deze laatste groep was er een sterke toename in preoperatieve bestraling en een afname van postoperatieve bestraling. Bij prostaatkanker nam het gebruik van brachytherapie toe met 9%. De toepassing van uitwendige radiotherapie bij patiënten met prostaatkanker of niet-kleincellige longkanker bleef gelijk. Regionale verschillen in de mate van toepassing van radiotherapie voor borstkanker en endeldarmkanker namen duidelijk af. Deze verschillen bleven beperkt bij uitwendige radiotherapie voor prostaatkanker en niet-kleincellige longkanker. Radiotherapie werd minder vaak toegepast op oudere leeftijd.
Conclusie
De toename in de toepassing van radiotherapie voor borstkanker is te verklaren uit de toename van het aantal borstsparende operaties. De trends in de toepassing bij patiënten met endeldarmkanker en borstkanker hangen vermoedelijk samen met de invoering van multidisciplinaire richtlijnen. De invoering van deze richtlijnen heeft waarschijnlijk ook bijgedragen aan de afname in regionale verschillen in de toepassing van radiotherapie.
Reacties