Trends in consulten en prescripties wegens CARA bij kinderen

– National data were provided on consultations (first, repeat) and prescriptions in patients having ambulatory care for asthma and COPD combined, by age group (0-4, 5-11, and 12-19 yr) and doctor's category (GP, specialist) over the period 1981-1990. Prescriptions were subdivided into (1) β₂-agonists, anticholinergics, ketotifen, methylxanthines, cromoglycate, inhaled steroids, oral steroids, (2) antibiotics, (3) other drugs. Age specific rates1000 personsyear were calculated. Rates for first consultations remained steady, pointing to a stable incidence. Rates for repeat consultations increased in the 0-4 yr age group (GP and specialist) and the 5-11 yr age group (specialist). Prescription rates for the pulmonary medication group also rose in particular in these two age groups. For the GP, however, they were counterbalanced by decreasing trends in prescriptions of the ‘other drugs’, pointing to a shift towards more rational treatment.

The increased ratios of prescription rate to consultation rate, not only for the anti-inflammatory drugs but for the bronchodilators as well, especially in the specialist category, suggest an increased morbidity (severity) from obstructive airways disease in childhood.

Samenvatting

Nationale gegevens werden verkregen over eerste en herhalingsconsulten en prescripties in de ambulante zorg wegens chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen (CARA) bij kinderen naar leeftijdsgroep (0-4, 5-11 en 12-19 jaar) en artsencategorie (huisartsen, specialisten) over de periode 1981-1990. Prescripties werden onderverdeeld in β₂-adrenerge agonisten, anticholinergica, ketotifen, xanthinederivaten, cromoglicinezuur, inhalatiecorticosteroïden en orale corticosteroïden; antibiotica; en een restgroep. De leeftijdsspecifieke consultcijfers toonden geen trends voor het aantal eerste consulten, zodat een gelijk gebleven incidentie van CARA aannemelijk is. De leeftijdsspecifieke cijfers voor de herhalingsconsulten namen toe in de leeftijdsgroepen 0-4 jaar (huisartsen en specialisten) en 5-11 jaar (specialisten). De leeftijdsspecifieke prescriptiecijfers voor de groep pulmonale medicamenten namen eveneens vooral in deze twee leeftijdsgroepen toe. Bij de huisarts ging dit echter gepaard met dalende prescriptiecijfers voor de restgroep, hetgeen wijst op een rationeler voorschrijfgedrag.

De toegenomen ratio's van prescriptiecijfer en consultcijfer, niet alleen voor de anti-inflammatoire middelen maar ook voor de bronchusverwijders, vooral bij de specialisten, kunnen een aanwijzing zijn voor een toegenomen morbiditeit (ernst) van CARA op kinderleeftijd.