Samenvatting
Doel
Onderzoeken of het haalbaar is om met bestaande data te meten welk effect het toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft op de volksgezondheid.
Opzet
Retrospectief, beschrijvend.
Methode
Wij onderzochten de omvang van de gezondheidsproblemen suïcide, decubitus en medicatiefouten vóór en na het instellen van toezicht door de Inspectie. Hiervoor gebruikten wij data waarover de Inspectie beschikt, externe gegevensbestanden en gegevens uit de literatuur. Daarbij beoordeelden wij definities en mogelijke onder- of overrapportage van de uitkomsten. Vervolgens onderzochten wij of met een tijdreeksanalyse een inschatting gemaakt kon worden van het effect van het toezicht op de omvang van het gezondheidsprobleem.
Resultaten
Medicatiefouten bleken onvoldoende duidelijk gedefinieerd om een effect van toezicht te kunnen meten. De prevalentie van decubitus en de incidentie van suïcide waren met databestanden van de Inspectie betrouwbaar te kwantificeren. Een tijdreeksanalyse liet zien dat van beide gezondheidsproblemen de omvang was afgenomen na het instellen van toezicht door de Inspectie. Deze trends konden echter niet aan het toezicht worden toegeschreven omdat er geen inzicht was in externe factoren die van invloed kunnen zijn geweest.
Conclusie
Bij duidelijk gedefinieerde gezondheidsproblemen is het mogelijk de omvang te kwantificeren uit data van de Inspectie en kunnen met tijdreeksanalyse trends worden geobserveerd. Het vaststellen van een causaal verband tussen toezicht en geobserveerde trends vereist echter een experimentele onderzoeksopzet, zoals prospectief gerandomiseerd onderzoek of een ‘stepped wedge’-design.
Reacties