Dames en Heren,
Nederlandse artsen zijn terecht terughoudend in het gebruik van totale parenterale voeding bij patiënten met een ileus in een palliatieve fase. In specifieke situaties echter kan deze behandeling de kwaliteit van leven duidelijk verbeteren en de levensduur zelfs verlengen. Voor welke situaties geldt dat?
In deze klinische les laten wij aan de hand van drie patiënten in een palliatieve fase zien wanneer totale parenterale voeding (TPV) daadwerkelijk toegevoegde waarde kan hebben.
Patiënt A, een 45-jarige vrouw met 2 jongvolwassen kinderen, heeft een ovariumcarcinoom in stadium IIIc. Ondanks chemotherapie in opeenvolgende stappen bleek de ziekte langzaam progressief te zijn en uiteindelijk ontwikkelde zij een peritonitis carcinomatosa waarbij een ileus optrad.
Zij werd opgenomen in het ziekenhuis in verband met hevige buikpijn en profuus fecaal braken. Vanwege haar matige conditie en uitgebreidheid van de peritonitis, werd afgezien van het aanleggen van een ontlastend stoma. Er werd een maaghevel geplaatst en later kreeg zij octreotide om de productie van maagsap te verminderen. Vanwege haar hevige buikpijn kreeg zij morfine, wat sufheid teweegbracht. Daarom werd besloten om voor de toediening van morfine een spinale katheter te plaatsen. Dit gaf een duidelijke verbetering van de symptomen en patiënte werd…
Reacties