Toenemende antibioticaresistentie bij Neisseria gonorrhoeae

Opinie
J.J.E. van Everdingen
B. van Klingeren
E. Stolz
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130:2166-8

De toenemende resistentie van gonokokken tegen diverse antibiotica bezorgt de medische wereld weliswaar geen slapeloze nachten, maar het is wel een zeer verontrustend verschijnsel, vooral als deze resistentie wordt overgedragen op andere micro-organismen. De meeste gonokokkenstammen zijn in vitro gevoelig voor een grote scala van antibiotica, zoals penicillinen, cefalosporinen, tetracyclinen en macroliden. Een relatieve of zelfs absolute resistentie tegen deze middelen kan in het laboratorium gemakkelijk worden geïnduceerd en is onder selectiedruk door subtherapeutische doseringen een wereldwijd probleem geworden.

Relatieve (chromosomale) resistentie werd voor het eerst waargenomen in de jaren vijftig.1 Deze vorm van resistentie uit zich in een vermindering van de permeabiliteit van de celwand van gonokokken voor verschillende antibiotica. In 1965 werd aanbevolen de dosering van 1,2 miljoen E procaïnebenzylpenicilline te verdubbelen en zeven jaar later, toen bleek dat bij 20 van de stammen in verschillende delen van de wereld de chromosomale resistentie was toegenomen, werd het…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Dermatologie, Amsterdam.

J.J.E.van Everdingen, dermatovenereoloog.

Rijksuniversiteit voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Laboratorium voor Chemotherapie, Bilthoven.

Dr.B.van Klingeren, microbioloog.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Dermatologie, Rotterdam.

Prof.dr.E.Stolz, dermatovenereoloog.

Contact J.J.E.van Everdingen, CBO, Postbus 20064, 3502 LB Utrecht

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties