Samenvatting
- Met DNA-microarrays zal men diagnostiek en therapie kunnen verfijnen door kennis van de specifieke eigenschappen van een weefsel van een bepaalde patiënt.
- Vooralsnog gaat het om het ontrafelen van genfuncties, pathogenetische mechanismen, metabole routes en effecten van geneesmiddelen daarop, het verfijnen van diagnostische classificaties en prognostische indexen en het vinden van nieuwe aangrijpingspunten voor therapie. Met genotypering kan een risicoprofiel worden opgesteld voor ziekten en bijwerkingen van geneesmiddelen en kan onderzoek worden versneld naar mutaties in genen waarvan de normale DNA-sequentie al bekend is.
- Het basisprincipe van een DNA-microarray is dat duizenden verschillende DNA-sequenties, elk specifiek voor een bepaald gen, in een bekende volgorde geïmmobiliseerd zijn op een vast oppervlak (bijvoorbeeld een microscoopglaasje) en in contact worden gebracht met te onderzoeken gelabeld DNA of RNA in oplossing.
- De te onderzoeken DNA- of RNA-moleculen binden aan complementaire basenparen op het glaasje, waarna de hoeveelheid die aan een specifiek gen bindt, wordt gemeten.
- Voor de analyse van verkregen informatie over de duizenden sequenties wordt gebruikgemaakt van computerprogramma's die associaties aantonen; het doel is genen met een vergelijkbaar expressiepatroon en daarmee ook de onderzochte weefselmonsters te groeperen.
- Vervolgens gebruikt men conventionele biologische of biochemische technieken om de gevonden expressieprofielen te verifiëren en te bevestigen, en om na te gaan of de gevonden genassociaties biologisch relevant zijn.
Reacties