Samenvatting
Doel
Vergelijken van de resultaten van lichaamstemperatuurmeting met een trommelvliesinfraroodmeter en met een rectale kwikthermometer, bij kinderen op een afdeling voor spoedeisende hulp.
Opzet
Prospectief vergelijkend onderzoek.
Plaats
St.Elisabeth Ziekenhuis, Tilburg.
Methode
Bij de kinderen tot 11 jaar die tussen 1 januari 1994 en 1 april 1994 werden gezien op de afdeling Spoedeisende Hulp werd de lichaamstemperatuur gemeten, zowel met een rectale kwikthermometer als tezelfdertijd met een trommelvliesinfraroodmeter. Gegevens werden verzameld over gemeten temperatuur, klinisch beeld bij binnenkomst (niet ziek, ziek, ernstig ziek) en aspect van het trommelvlies (tekenen van otitis media acuta, aanwezigheid van cerumen). Voor de statistische vergelijking werden de verschillen tussen de methoden uitgezet tegen de gemiddelden. De sensitiviteit en de specificiteit van de resultaten van de trommelvliesmeting werden bepaald ten opzichte van de rectaal gemeten waarden.
Resultaten
Gegevens werden verzameld van 213 kinderen, van wie 19 jonger dan 3 maanden waren, 46 tussen 3 en 12 maanden, en 148 tussen 1 en 11 jaar. De gemiddelde temperatuur gemeten met de rectale en de trommelvliesmeter bedroeg respectievelijk 38,01 en 38,03°C. Het gemiddelde verschil tussen de rectale en de trommelvliestemperatuur was -0,013°C. De correlatie tussen de rectale en de trommelvliestemperatuur was hoog (r = 0,86; p = 0,0001). De resultaten waren niet anders in de groepen met verschillende leeftijd, ziekte-ernst en aspect van het trommelvlies. De sensitiviteit van de trommelvliesmeting voor koorts (rectale temperatuur > 38,0°C) was 80,6 met een specificiteit van 92,5. De sensitiviteit was 83,8 bij een rectale temperatuur > 38,5°C als criterium, met een specificiteit van 95,9.
Conclusie
De trommelvliesinfraroodmeting gaf bij kinderen op een spoedeisendehulpafdeling gelijke resultaten als de rectale meting met een kwikthermometer.
Reacties