In een recent artikel in het Journal of Clinical Pathology laten Kuijpers et al. zien dat ‘pathology assistants’ significant gemiddeld meer lymfklieren vinden in resectiepreparaten wegens een coloncarcinoom dan pathologen.1 Als een patiënt een negatieve lymfklierstatus heeft, maar er zijn minder dan 10 lymfklieren onderzocht, is dit normaal gesproken een reden om na te behandelen (bron: www.oncoline.nl/coloncarcinoom). Op theoretische gronden geven de auteurs aan dat er significant minder patiënten door inadequate lymfklierbeoordeling voor nabehandeling in aanmerking komen als pathology assistants zoeken naar lymfklieren, omdat zij er meer vinden dan pathologen.
Mede door de toegenomen differentiatie in behandelopties, is ook het vakgebied van de pathologie complexer aan het worden. Specifieker op de patiënt toegesneden behandeling vraagt om specifiekere diagnoses, niet alleen wat betreft stadiëring, zoals op basis van bovengenoemde lymfklierstatus, maar ook wat betreft tumorkenmerken. Hierbij wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van moleculaire diagnostiek. Daarnaast neemt de zorgvraag in de…
Reacties