Samenvatting
In april 2006 kwam na 3 jaar een einde aan de juridische procedures tegen de arts Peter Vencken. Hij werkte als assistent-geneeskundige en werd beschuldigd van levensbeëindigend handelen bij een terminaal zieke man. Naar eigen zeggen had hij gebruikelijke medische behandeling toegepast als symptoombestrijding en palliatie. Het Openbaar Ministerie (OM) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg spanden tegen Vencken zowel een strafrechtelijke als een tuchtrechtelijke procedure aan en hij werd 9 dagen in voorarrest genomen. In beide procedures bleek de klacht over levensbeëindiging ongegrond. Het medisch beleid van Vencken was normaal medisch handelen. De zaak-Vencken roept vragen op over de rol van OM en inspectie en over de samenwerking tussen deze beide instanties, maar ook over de wijze waarop het ziekenhuis met de zaak is omgegaan.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1689-92
Reacties