Sylvius (1614-1672) en zijn fissuur

Perspectief
Jan van Gijn
Joost P. Gijselhart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1470
Abstract
Download PDF

artikel

De anatomie van de hersenen staat niet alle artsen levendig voor de geest, maar menigeen herinnert zich nog wel de ‘fissura Sylvii’, de diepe groeve die aan weerszijden van het hersenoppervlak de temporale kwab scheidt van de frontale kwab. Sylvius is hier de gelatiniseerde versie van ‘dele Boë’, het equivalent van het Nederlandse ‘van den Bos’. In de hersenen is ook de aqueduct (tussen de 3e en de 4e ventrikel) naar een Sylvius genoemd, maar dat is Jacques Dubois, een Parijse arts en letterkundige (1478-1555).1

‘Onze’ Sylvius, Franciscus dele Boë, werd bijna anderhalve eeuw later geboren, in 1614, te Hanau (Hessen, bij Frankfurt).2

Figuur 2

Zijn grootvader, oorspronkelijk afkomstig uit Cambrai (Kamerijk) in de zuidelijke Nederlanden, was het protestantisme toegedaan en had daarom de wijk genomen naar protestants Duitsland. Franciscus ging geneeskunde studeren, eerst in Sedan (Frankrijk, ook protestants), later in Leiden en in Basel, waar hij afstudeerde. Na een korte periode als arts te Hanau vestigde hij zich in 1638 als privaatdocent in de anatomie te Leiden. In zijn lessen betoonde hij zich een vroege medestander van Harvey´s nieuwe inzichten over de bloedsomloop, gepubliceerd in 1628.

Vermoedelijk heeft hij al in die tijd gewezen op de fissuur in het hersenopper­vlak, blijkens een leerboek uit 1640, uitgegeven door één van zijn leerlingen, de Deen Thomas Bertelsen (Bartholinus), samen met diens vader Caspar.3 Daarin is ook een duidelijke afbeelding opgenomen. Sylvius zelf noemt het anatomische markeringspunt pas in 1663: ‘het totale oppervlak van de hersenen wordt gekenmerkt door kronkelingen, in zekere zin gelijkend op windingen van de dunne darmen, overal vrij diep, en vooral door een opmerkelijke fissuur of spleet, beginnend bij de oogzenuwen, daarna boven de slapen naar achteren lopend, maar niet voorbij de oorsprong van de hersenstam, de hersenen aan weerskanten verdelend in een groter, bovenste deel en een kleiner onderste deel’.4 Vóór die tijd was er vrijwel geen aandacht aan besteed, ook niet een eeuw tevoren door de grote Vesalius. Wel wordt de fissuur in beeld gebracht in één van de originele gekleurde tekeningen van de hand van Girolamo Fabrici d’Acquapendente ofwel Fabricius (1533–1619), die bewaard worden in de Biblioteca Marciana te Venetië.5

Sylvius kreeg aanvankelijk weinig voet aan de grond in de Leidse faculteit en vestigde zich in 1641 te Amsterdam. Daar rees zijn ster zo hoog, dat hij in 1658 alsnog tot hoogleraar geneeskunde te Leiden werd benoemd. In zijn onderwijs en onderzoek legde hij de nadruk op chemische processen in het lichaam, in navolging van de iatrochemici Paracelsus (1493–1541) en Van Helmont (1577–1644). Zo deed hij samen met Reinier de Graaf (1641-1673) experimenten over de spijsvertering bij de hond, waarbij werd aangenomen dat pancreassap zuur was (ook al smaakte het eigenlijk eerder zout) en de gal alkalisch.2 Franciscus dele Boë overleed in het rampjaar 1672.

Literatuur
  1. Baker F. The two Sylviuses. An historical study. Bull Johns Hopkins Hosp. 1909;20:329–39.

  2. Baumann ED. Sylvius. Leiden: E.J. Brill, 1949.

  3. Bartholin C. Institutiones anatomicae, novis recentiorum opinionibus et observationibus, quarum innumerae hactenus editae non sunt, figurisque auctae ab auctoris filio Thoma Bartholina. Leiden: F. Hackius, 1641.

  4. Sylvius F. Disputationes medicarum pars prima, primarias corporis humani functiones naturales ex anatomicis, practicis et chymicis experimentiis deductas complectens. Amsterdam: J.van den Bergh, 1663. Herdrukt in: Opera medica. Amsterdam: D. Elzevier en A. Wolfgang, 1679.

  5. Collice M, Collice R, Riva A. Who discovered the Sylvian fissure? Neurosurgery. 2008;63:623-8. Medline. doi:10.1227/01.NEU.0000327693.86093.3F

Auteursinformatie

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr. J. van Gijn, curator medisch-historische bibliotheek, drs. J.P. Gijselhart, cultuurfilosoof en bibliothecaris.

Contact prof.dr. J. van Gijn (jan@vangijn.com)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: beide auteurs hebben een deeltijdaanstelling bij de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.
Aanvaard op 9 december 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties