Supraventriculaire tachycardieën en premature atriumcontracties bij de foetus

Klinische praktijk
R. Vlagsma
E. Hallensleben
E.J. Meijboom
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:295-9
Abstract

Samenvatting

- Foetale ritmestoornissen treden bij 1-2 van de zwangerschappen op; 10 gaat samen met morbiditeit of sterfte bij de foetus, waaronder structurele hartafwijkingen, foetale dood en neurologische complicaties.

- De meest voorkomende vorm van foetale aritmie zijn supraventriculaire tachycardieën, 85 bestaat uit onschuldige premature atriumcontracties, 10 betreft tachycardieën met een hartritme van meer dan 180/min.

- Echocardiografische evaluatie is nodig om structurele afwijkingen uit te sluiten en te bepalen of therapie noodzakelijk is.

- De prognose van een foetus met een tachycardie is afhankelijk van de eventueel aanwezige pathologische afwijkingen, het type aritmie, de aanwezigheid van hydrops foetalis, de hartfrequentie en het onmiddellijke succes van de behandeling.

- De behandeling van een foetale tachycardie is afhankelijk van het type aritmie. Gezien de supraventriculaire origine van de meeste tachycardieën kunnen sotalol, flecaïnide en digoxine worden gebruikt, ieder met hun eigen specifieke bijwerkingen.

- Foetale tachycardieën vereisen onmiddellijke diagnostiek en zo nodig specialistische behandeling.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Interne Geneeskunde, Leiden.

R.Vlagsma, assistent-geneeskundige.

Groene Hart Ziekenhuis, afd. Gynaecologie, Gouda.

E.Hallensleben, gynaecoloog.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, locatie Wilhelmina Kinderziekenhuis, afd. Cardiologie, Postbus 85.090, 3508 AB Utrecht.

E.J.Meijboom, kindercardioloog.

Contact E.J.Meijboom

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties