Inleiding
Coronaire aandoeningen vormen de belangrijkste oorzaak van morbiditeit en sterfte in de westerse samenleving en vroegtijdige herkenning ervan is een van de voornaamste doeleinden van de diagnostische cardiologie. De diagnose wordt veelal gesteld op grond van niet-invasief onderzoek, zoals inspanningselektrocardiografie, perfusiescintigrafie of radionuclideangiografie.
In 1979 beschreven Wann et al. als eersten de ‘stress’-echocardiografie voor de opsporing van aanzienlijke coronariasclerose bij patiënten met precordiale pijnklachten.1 Inmiddels is deze techniek voldoende gevalideerd om in de routinepraktijk te worden geïntroduceerd en wordt ze ook toegepast voor de beoordeling van patiënten met een bekende coronaire hartziekte.2
Door stress geïnduceerde myocardischemie leidt eerst tot karakteristieke regionale wandbewegingsstoornissen van de linker ventrikel, die op eenvoudige en betrouwbare wijze in beeld kunnen worden gebracht met tweedimensionale echocardiografie. Pas later ontstaan de typische ischemische veranderingen in het elektrocardiogram en angina pectoris.3 Ook kan men de Doppler-techniek gebruiken om met ischemie samenhangende veranderingen van de…
Reacties