Zie ook het artikel op bl. 97.
Ontevredenheid over het eigen uiterlijk en de wens daaraan iets te veranderen kunnen het leven van mensen volledig gaan beheersen. Dat dit geen nieuw verschijnsel is, geïnduceerd door makers van televisieprogramma’s, blijkt uit de inleiding van het artikel van Vulink et al. elders in dit tijdschriftnummer.1 Wel is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor, wat voor een niet onbelangrijk deel te danken is aan het werk van K.A.Phillips, een Amerikaanse psychiater die sinds 1990 frequent publiceert over haar onderzoek naar ‘ingebeelde lelijkheid’.2
In de loop der tijd kreeg de obsessie met vermeende uiterlijke afwijkingen verschillende namen. In Nederland beschreef de psychiater Ladee in 1961 in zijn proefschrift de ‘schoonheidshypochondrie’: een verregaande preoccupatie die ‘uitsluitend beperkt is tot een onderdeel van de uiterlijke lichamelijke verschijningsvorm, die als wanstaltig, afstotend, onaanvaardbaar of lachwekkend wordt beleefd, (zodanig) dat het hele bestaan…
Reacties