Samenvatting
Doel
Inventarisatie van de klinische symptomen en de fysiotherapeutische nabehandeling bij de revalidatie van een patiënt na een carpaal trauma.
Opzet
Follow-up-onderzoek, en patiënt-controle-onderzoek.
Plaats
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
Methode
Binnen een groep van 100 patiënten met een carpaal trauma werden de klinische variabelen van 16 patiënten met fysiotherapie na conservatieve behandeling op de lange termijn vergeleken met die van 16 patiënten die geen fysiotherapie hadden gehad na conservatieve behandeling (geselecteerd op leeftijd, geslacht, diagnose en immobilisatieduur).
Resultaten
Na het staken van de gipsimmobilisatie werden 16 patiënten doorverwezen naar de fysiotherapeut, omdat pijnklachten op de voorgrond stonden. Fysiotherapie vond gemiddeld vanaf 11 dagen na gipsverwijdering plaats. De behandeling was sterk wisselend en het aantal behandelingen was gemiddeld 2-3 keer per week met een totale duur van gemiddeld 9,5 weken (2-32 weken).
Follow-up vond plaats 13 tot 50 maanden na het trauma. De met fysiotherapie behandelde groep had significant meer klachten van de getraumatiseerde hand dan de controlegroep. Bij slechts 2 patiënten in de groep met fysiotherapie waren de klachten op de lange termijn afgenomen.
Conclusie
Er ontbreekt eenduidige lijn in het behandelingspatroon bij fysiotherapie na een carpaal trauma. Behandelmethoden worden willekeurig en ongelimiteerd toegevoegd of weggelaten. De met fysiotherapie behandelde groep patiënten had op de lange termijn vaker en ernstiger klachten. Het is mogelijk dat dit verschil wordt veroorzaakt door selectie in het verwijzingsbeleid voor fysiotherapie.
Reacties