De behandeling van een depressieve stoornis berust naast basisinterventies, zoals psycho-educatie, activatie en het optimaliseren van slaaphygiëne, op 2 pijlers: psychotherapeutische en medicamenteuze interventies.1 Daarnaast kan in het geval van een zeer ernstige of therapieresistente depressie elektroconvulsietherapie (ECT) overwogen worden.1 ECT is een zeer effectieve behandeling van depressieve stoornissen die al decennia bestaat.2
Elders in het NTvG beschrijft collega Carlier de resultaten van een recente netwerkmeta-analyse.3 In dat artikel wordt op statistisch elegante wijze aangetoond dat de effectiviteit van nieuwere vormen van minimaal invasieve hersenstimulatie, zoals repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) en transcraniële gelijkstroomstimulatie (tDCS) net zo hoog is als die van ECT. De onderzoekers maken echter niet een eerlijke vergelijking tussen de verschillende behandelingen. Statistische gelijkwaardigheid, zoals aangetoond in de netwerkmeta-analyse, is immers niet hetzelfde als klinische gelijkwaardigheid.
Minimaal invasieve hersenstimulatie
ECT behoort tot de eerste generatie van minimaal invasieve hersenstimulatie. Hierbij krijgt de patiënt onder algehele anesthesie een elektrische stroom toegediend van ongeveer 0,8-0,9 ampère gedurende enkele seconden, teneinde een convulsie op te wekken. Een convulsie kan ook opgewekt worden met behulp van een sterk magnetisch veld. In dat geval speekt men van magnetische convulsietherapie (MST). MST geeft mogelijk minder cognitieve bijwerkingen,4 maar het is nog onvoldoende duidelijk wat…
Ect en rTMS
Bedankt voor deze bespreking van de netwerkanalyse van Mutz en de kritische kanttekeningen. Het klopt dat de populatie depressieve patienten die behandeld worden met ECT (hogere mate van therapieresistentie en vaak psychotische kenmerken) verschilt van die van rTMS en dat dit verschil verdisconteerd zou moeten worden in vergelijkende analyses. Echter, bitemporale ECT en hooggedoseerde rechts unilaterale (RUL) ECT zijn van alle stimulatiemethoden desalniettemin geassocieerd met de hoogste response, alhoewel dit niet om een significant verschil gaat. Daarnaast wordt ook (nog eens) aangetoond dat hooggedoseerd RUL stimuleren effectiever is dan laag of gemiddeld gedoseerde RUL.
Philip Eijndhoven, psychiater, Radboud UMC