ST-depressies op het Holter-ECG

Nieuws
S. Berreklouw
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:315
Download PDF

artikel

Op een continu elektrocardiogram (ECG) volgens Holter kunnen tijdens de dagelijkse bezigheden ST-depressies (STD's) voorkomen, die dan zouden wijzen op ischemie van de hartspier. Bij gezonde personen ziet men deze afwijkingen echter soms ook. Hausmann et al. onderzochten dit bij 129 patiënten met pijn in de borst bij wie coronariografie was verricht en die tevoren geen STD's op het ECG hadden.1 Bij 109 van hen (groep I), gemiddeld 56 jaar, van wie 97 mannen, vond men vernauwingen in de kransslagaders van meer dan 70; de overigen (groep II), van wie 7 mannen, waren gemiddeld 52 jaar en hadden normale of minder dan 30 vernauwde kransslagaders. Men vond met het Holter-ECG bij 76 patiënten in groep I 282 maal een STD van ten minste 1 mm die ten minste 1 minuut duurde; slechts 27 van deze STD's ging samen met klachten Bij 5 patiënten in groep II zag men zulke depressies 3 maal met en 7 maal zonder klachten. De STD's in groep I duurden in vergelijking met die in groep II langer en waren dieper (gemiddeld 0,21 mm, resp. 0,11 mm). De hartfrequentie tijdens het begin van de STD's was in groep I lager (98 per minuut) dan in groep II (115 per minuut). Bij alle patiënten met een STD tijdens de Holter-registratie was de inspanningsproef afwijkend.

Een STD op een continu ECG kan dus samengaan met normale of weinig vernauwde kransslagaders, ook bij patiënten met pijn in de borst. De proef levert derhalve ten dele fout-positieve resultaten op. Hoberg et al. deden een overeenkomstig onderzoek bij 36 patiënten met (groep I) en 31 zonder (groep 2) coronaire sclerose.2 Een STD van ten minste 2 mm kwam alleen voor bij ischemische hartziekten. Als de STD kleiner was, tussen 1 en 2 mm, kon men aan de hartfrequentie voor en tijdens het bestaan van de STD een verschil vinden tussen beide groepen. In groep 2 ging de STD vaak samen met een gelijktijdige versnelling van de hartslag, terwijl in groep I een voorafgaande of geen hartversnelling voorkwam. Dit onderzoek is niet in tegenspraak met het voorafgaande maar vormt een verfijning van de diagnostiek.

Literatuur
  1. Hausmann D, Nikutta P, Hartwig CA, et al. ST-segmentdepression during Holter-ECG: a reliable indicator of coronary disease?Circulation 1987; 76 (Suppl 4): 79.

  2. Hoberg E, Kunze B, Rausch S. Characterization of specificand non-specific ST-segment depressions during Holter monitoring by highresolution trend recordings. Circulation 1987; 76 (Suppl 4):321.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties