Splenectomie in een groot algemeen ziekenhuis: vaak iatrogeen letsel als oorzaak, veel complicaties tot gevolg; naleving postoperatieve richtlijnen voor vaccinatie en profylaxe gebrekkig

Onderzoek
J.J.I. Brandenburg
V.M. de Jong
R.J. Oostenbroek
P.J. Westenend
H.M.E. Frenay
W.L.E.M. Hesp
P.W. Plaisier
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1164-8
Abstract

Samenvatting

Doel

Analyseren van indicaties, complicaties en sterfte van splenectomieën in een groot algemeen ziekenhuis. Daarnaast werd de naleving van de richtlijnen voor vaccinatie en antibioticaprofylaxe onderzocht.

Opzet

Retrospectief, beschrijvend.

Methode

Data werden verzameld van 106 patiënten bij wie in de periode 1999-2004 een splenectomie werd verricht. Retrospectief werden gegevens verzameld omtrent operatie-indicatie, complicaties, opnameduur en vaccinatiestatus. De nog in leven zijnde patiënten werden telefonisch benaderd en hun werd een gestandaardiseerde vragenlijst afgenomen over vaccinatie en antibioticaprofylaxe.

Resultaten

Van 95 patiënten waren voldoende gegevens beschikbaar voor analyse. In deze groep werden 41 patiënten electief geopereerd en 54 niet-electief, van wie 37 als gevolg van een accidenteel letsel. Bij 45 patiënten was het postoperatieve beloop gecompliceerd, met een ernstig beloop bij 23 van hen. 10 patiënten overleden ten gevolg van een complicatie, van wie 7 binnen een maand na operatie. Het vaccinatiepercentage bedroeg 58.

Conclusie

Splenectomie wordt in een groot algemeen ziekenhuis vaak verricht wegens een accidenteel letsel en gaat gepaard met relatief veel morbiditeit. De naleving van richtlijnen over vaccinatie en antibiotische profylaxe is voor verbetering vatbaar.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1164-8

Auteursinformatie

Albert Schweitzer Ziekenhuis, afd. Heelkunde, Postbus 444, 3300 AK Dordrecht.

Hr.J.J.I.Brandenburg, arts in opleiding tot chirurg (thans: arts in opleiding tot uroloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht) en hr.V.M.de Jong (thans: Academisch Medisch Centrum, Amsterdam), arts in opleiding tot chirurg; hr.dr.R.J.Oostenbroek, hr.dr.W.L.E.M.Hesp en hr.dr.P.W.Plaisier, chirurgen.

Laboratorium voor Pathologie, Dordrecht.

Hr.dr.P.J.Westenend, patholoog.

Regionaal Laboratorium Medische Microbiologie, Dordrecht/Gorinchem.

Mw.dr.H.M.E.Frenay, arts-microbioloog.

Contact hr.dr.P.W.Plaisier (p.w.plaisier@asz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, mei 2008,

Met interesse heb ik het artikel van Brandenburg et al. gelezen (2008:1164-8), temeer omdat mij als huisarts een taak toebedeeld wordt bij de bewaking van de vaccinatie en de profylaxe bij patiënten die een splenectomie ondergingen. In ons huisartsinformatiesysteem (HIS) hebben deze patiënten een specifieke ruiter gekregen om deze groep gemakkelijk periodiek te kunnen benaderen. Graag geef ik een verduidelijking en aanvulling op de vaccinatieadviezen.

In tabel 1 wordt geadviseerd met het 23-valente polysacharidepneumokokkenvaccin (PPV23) te starten bij personen ouder dan 5 jaar. In de, ook door de auteurs aangehaalde, literatuur wordt echter als grens ouder dan 2 jaar aangehouden.1 Auteurs adviseren vaccinatie met het PPV23 na 5 jaar te herhalen; bij kinderen jonger dan 10 jaar na 3 jaar. Of deze herhaling eenmalig of na elke 5 jaar moet zijn, wordt niet duidelijk. In het door de auteurs aangehaalde artikel van Melles en De Marie adviseert men eenmalige herhaling.1 Anderen tonen echter aan dat een herhaalde hervaccinatie elke 5 jaar veilig en te prefereren is.2

Voor (huis)artsen die ook tropenvaccinaties adviseren: voor patiënten zonder milt die een reis maken in gebieden in Afrika ten zuiden van de Sahara, India of Nepal luidt het advies ook een quadrivalent polysacharidemeningokokkenvaccin (A, C, W135 en Y) toe te dienen. Deze vaccinatie is 3 jaar geldig.

Een herhaalrecept voor ‘antibiotica op zak’, dat wij sinds de publicatie van het artikel van Brandenburg et al. aan onze patiënten verstrekken, is tot 1 jaar na afgiftedatum geldig als recept. Voor de keuze van het antibioticum is te overwegen om, in verband met toenemende resistentie, in plaats van het aanbevolen amoxicilline te kiezen voor de combinatie amoxicilline-clavulaanzuur (500/125 mg 3 dd gedurende 10 dagen), zoals bijvoorbeeld wordt aanbevolen bij een gecompliceerde urineweginfectie.3

Het verdient aanbeveling om de patiënten die miltextirpatie ondergingen eens per jaar te benaderen om na te gaan of de 5-jaarlijkse herhaalvaccinatie verricht is, de patiënt daadwerkelijk voor de griepprik komt en om het antibioticarecept te verversen.

P. Vonk
Literatuur
  1. Melles DC, Marie S de. Prevention of infections in hyposplenic and asplenic patients: an update. Neth J Med. 2004;62:45-52.

  2. Landgren O, Björkholm M, Konradsen HB, Söderqvist M, Nilsson B, Gustavsson A, et al. A prospective study on antibody response to repeated vaccinations with pneumococcal capsular polysaccharide in splenectomized individuals with special reference to Hodgkin’s lymphoma. J Intern Med. 2004;255:664-73.

  3. Haaren KAM van, Visser HS, Vliet S van, Timmermans AE, Yadava R, Geerlings SE, et al. NHG-standaard Urineweginfecties (tweede herziening). Huisarts Wet. 2005;48:341-52.

H.M.E.
Frénay

Dordrecht, augustus 2008,

Wij danken collega Vonk voor zijn commentaar. De voorgestelde bewaking in de huisartsenpraktijk van patiënten die een miltextirpatie ondergingen, juichen wij toe. Inhoudelijk gaan wij hier in op de zaken die hij noemt.

Vaccinaties

De immunogeniteit, de leeftijdsindicatie voor (re)vaccinatie en de samenstelling van pneumokokkenvaccins zijn regelmatig terugkerende discussiepunten. In dit tijdschrift is, overigens ná acceptatie van ons manuscript, in november 2007 een discussie gevoerd naar aanleiding van een artikel in juni over de toediening van het polysacharidevaccin PPV23 aan kinderen tussen 2 en 5 jaar.1 2 Op grond hiervan dient bij deze leeftijdsgroep – indien sprake is van een afwijkende immuunstatus – de vaccinatie met het conjugaatvaccin PCV7 gevolgd te worden door de PPV23-vaccinatie, met een interval van tenminste 8 weken. Deze ‘tandemvaccinatie’ kan in tabel 1 van ons artikel worden toegevoegd door achter het 23-valente polysacharidevaccin de leeftijd ‘> 5 jaar’ te vervangen door ‘> 2 jaar’.

Over het tijdstip en het interval van revaccinatie met het PPV23-vaccin bestaat geen consensus.3 Discussies over revaccinaties en combinaties van pneumokokkenvaccins zijn recent samengevat in een overzichtsartikel.4 De continue antibiotische bescherming dient te worden voortgezet, onder andere omdat na de vaccinatie met PCV7 andere pneumokokkenstammen opduiken, waartegen het vaccin niet beschermt.

Bij de door Vonk genoemde vaccinatie tegen meningokokken voor reizigers naar endemische meningokokkengebieden wordt volgens de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de vaccinkeuze bepaald door eerder toegediende vaccinatie(s) en de reisbestemming (www.rivm.nl/cib/infectieziekten).

Antibiotische profylaxe

De profylaxe met amoxicilline is gebaseerd op de gevoeligheid van de frequentste verwekker van fulminante postsplenectomiesepsis, de pneumokok. In Nederland wordt penicillineresistentie nagenoeg niet (< 1&percnt;) aangetroffen bij pneumokokken, en in lage percentages bij Neisseria meningitidis-isolaten. In 2006 was 7,5&percnt; van de invasieve Haemophilus influenzae(Hib)-isolaten amoxicillineresistent, waarbij opgemerkt wordt dat sinds de invoering van het Hib-conjugaatvaccin in 1993 er een scherpe daling heeft plaatsgevonden van Hib-infecties bij personen jonger dan 21 jaar.5

Wij concluderen dat er geen indicatie is om de profylaxe voor patiënten na een splenectomie uit te breiden van alleen amoxicilline naar de combinatie amoxicilline-clavulaanzuur. Terecht merkt Vonk op dat de percentages amoxicillineresistentie in Escherichia coli-isolaten geen andere keuze lieten dan amoxicilline als eerstekeuzemiddel voor de behandeling van urineweginfecties te verlaten.

Postsplenectomieprotocol

Het up-to-date houden van de vaccinatiestatus en de antibiotische profylaxe middels de keuze van de jaarlijkse influenzavaccinatie lijkt ons een praktisch haalbaar voorstel voor de huisartsenpraktijk. Wellicht zou de huisartsenberoepsgroep kunnen overwegen om voor deze patiënten een standaard te ontwikkelen.

H.M.E. Frénay
R.J. Oostenbroek
P.W. Plaisier
Literatuur
  1. Hartwig NG, Rümke HC. Twee pneumokokkenvaccins: voor kinderen tot 5 jaar het 7-valente conjugaatvaccin (Prevenar) en voor ouderen en specifieke risicogroepen het 23-valente polysacharidevaccin (Pneumo 23) &lsqb;ingezonden&rsqb;. [LITREF JAARGANG="2007" PAGINA="2592-3"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2592-3.[/LITREF]

  2. Greeff SC de, Sanders EAM, Melker HE de, Ende A van der, Vermeer PE, Schouls LM. Twee pneumokokkenvaccins: voor kinderen tot 5 jaar het 7-valente conjugaatvaccin (Prevenar) en voor ouderen en specifieke risicogroepen het 23-valente polysacharidevaccin (Pneumo 23). [LITREF JAARGANG="2007" PAGINA="1454-7"]Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1454-7.[/LITREF]

  3. Vademecum pediatrische antimicrobiële therapie. 3e dr. Rotterdam: Erasmus MC/Sophia Kinderziekenhuis; 2005.

  4. O’Brien KL, Hochman M, Goldblatt D. Combined schedules of pneumococcal conjugate and polysaccharide vaccines: is hyporesponsiveness an issue? Lancet Infect Dis. 2007;7:597-606.

  5. Netherlands Reference Laboratory for Bacterial Meningitis. Bacterial meningitis in the Netherlands. Annual report 2006. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; 2007.