Samenvatting
Doel
De waarde van laparoscopische liesbreukchirurgie bepalen ten opzichte van de conventionele technieken voor liesbreukchirurgie zoals deze thans in Nederland worden uitgevoerd.
Opzet
Prospectief gerandomiseerd multicenteronderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis, Utrecht.
Methode
Van februari 1994-juni 1995 werden in 6 ziekenhuizen 1051 patiënten opgenomen met een unilaterale primaire liesbreuk of eerste recidief die electieve chirurgie ondergingen. Na exclusie van 57 patiënten werden 487 patiënten geopereerd volgens de totaal extraperitoneale laparoscopische en 507 volgens een conventionele methode. Postoperatief herstel en complicaties werden geregistreerd en de patiënten werden lichamelijk onderzocht op het optreden van een recidief 1 en 6 weken, 6 maanden, en 1 en 2 jaar na operatie.
Resultaten
Zes patiënten in de conventionele-chirurgiegroep, tegenover geen in de laparoscopiegroep hadden een wondabces (p = 0,03). De patiënten in de laatste groep hadden een sneller postoperatief herstel: mediane duur tot hervatting van normale dagelijkse activiteiten 6 versus 10 dagen, van betaalde arbeid 14 versus 21 dagen en van sportactiviteiten 24 versus 36 dagen (p < 0,001 voor alle vergelijkingen). De follow-upgegevens waren beschikbaar van 97 van de patiënten; de mediane follow-upduur bedroeg 607 dagen. In de conventioneel behandelde groep hadden 31 patiënten (6) een recidief, vergeleken met 17 (3) in de laparoscopiegroep (p = 0,05). Deze 17 recidieven werden veroorzaakt door chirurggebonden fouten; 14 traden binnen 1 jaar na operatie op. In de conventionele-chirurgiegroep hadden 15 patiënten een recidief binnen 1 jaar na operatie en 16 patiënten een recidief na 1 jaar (6).
Conclusie
Patiënten met een primaire liesbreuk of eerste recidief die laparoscopische liesbreukchirurgie ondergaan, herstellen sneller en hebben minder recidieven dan patiënten die conventionele liesbreukchirurgie ondergaan.
Reacties