Slim

In de baas zijn tijd doen mensen van alles: werken, vakanties boeken, sigaretjes roken, beppen met elkaar, e-mail checken, Facebook bijwerken en ook nog een beetje werken. Iemand op kantoor heeft natuurlijk wat meer mogelijkheden tot dergelijk vluchtgedrag dan een lasser of chirurg, maar met zijn allen vermorsen we veel tijd. Tijd die we niet besteden aan gezond bewegen (zie A4963 en A5931). Het zou dus slim zijn van bazen als ze gelummel proberen uit te bannen en in die tijd de kantoorzitters aan het bewegen zetten. Toch gebeurt dat niet. Te duur, nog niet bewezen, gezondheid is het probleem van de dokter en als je te dik bent kun je gewoon binnen het basispakket je darm laten omleggen, lijkt de algemene opvatting te zijn. Gezondheid als iets individueels van dokter en patiënt, dat is een hardnekkige misvatting.

We hebben het in deze redactionelen al heel vaak opgeschreven: in de curatieve zorg spannen we het paard vaak achter de wagen. Met bariatrische chirurgie lossen we het obesitasprobleem echt niet op. Daarmee zeg ik nog niet dat preventie en leefstijlprogramma’s dan maar binnen de zorg uitgevoerd moeten worden. Bewegen en gezond eten op school en werk, een inrichting van de openbare ruimte die gericht is op lopen en fietsen zijn de interventies die vergelijkbaar zijn met sociale woningbouw, waterleiding en riolering uit de negentiende eeuw. Interventies waar destijds actieve en gezaghebbende medici voor pleitten. Daardoor zijn de grote epidemieën verdwenen en zo zal dat ook nu weer moeten. Gezondheid behoort tot het publieke domein en daar moeten dus de oplossingen gezocht worden. Bedrijfsartsen, ggd-dokters, jeugdartsen, misschien zijn die wel veel belangrijker dan de superspecialist, hoe knap diens trucje ook is. Raar, dat niet veel meer jonge en slimme artsen kiezen voor een gebied waar je als dokter in een klap een heleboel goeds kan doen.

Het NTvG wil de komende tijd meer aandacht besteden aan allerlei aspecten uit de ‘public health’ en eerste lijn. Mooie casuïstiek, klinische lessen en verslagen van baanbrekend onderzoek zijn dus meer dan welkom.