Samenvatting
De prognose van oudere postmenopauzale borstkankerpatiënten is slechter dan die van jongere postmenopauzale patiënten.
Dit geldt voor de relatief gezonde patiënten die deelnemen aan gerandomiseerd klinisch onderzoek, maar ook voor de oudere borstkankerpatiënt in de algemene bevolking.
De slechtere prognose kan worden verklaard door inadequate behandeling, en mogelijk ook door leeftijdsspecifieke tumor- en patiëntkenmerken.
Omdat oudere patiënten slechts zelden geïncludeerd worden in gerandomiseerde studies, is het nog onvoldoende duidelijk wat voor hen een adequate behandeling is.
Het is daarom belangrijk om meer ouderen te includeren in wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van borstkankertherapie.
Een belangrijk doel hierbij is een juiste inschatting te kunnen maken welke patiënten met, en welke patiënten aan borstkanker zullen overlijden, zodat de behandeling hierop aangepast kan worden.
Reacties