Volgens het traditionele schema, waarin psychiatrische stoornissen werden beschouwd als onafhankelijke ziekteeenheden met een eigen etiologie, syndroom en beloopvorm, werd het beloop van een depressie gekenschetst als ‘recidiverend met herstel naar het premorbide niveau van functioneren’. Deze reversibiliteit werd gesteld tegenover de onveranderlijkheid van bijvoorbeeld ernstige persoonlijkheidsstoornissen en schizofrenie. Conflicten tussen het schema en ervaringen dat klachten en verschijnselen na een of meer depressieve episoden bleven, werden genegeerd, zoals in Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-III-R, 1987), of opgeheven door middel van argumenten als zouden de patiënten in het begin toch een niet herkende ernstige persoonlijkheidsstoornis hebben gehad of eigenlijk een vorm van schizofrenie: de betrouwbaarheid van de diagnostiek zou in het verleden niet voldoende zijn geweest.
De laatste jaren is er verandering in deze situatie gekomen. De validiteit van onafhankelijke ziekte-eenheden blijkt te kort te schieten in verband met een daarmee niet corresponderende grote comorbiditeit. De slechte…
Reacties