Samenvatting
Achtergrond
Een sinus pericranii is een zeldzame aangeboren aandoening van de schedel. Het betreft een veneuze verbinding tussen de intra- en extracraniële veneuze systemen door een schedeldefect ter hoogte van een sinus.
Casus
Wij presenteren een 20-jarige vrouw met een zachte, elastische zwelling op het achterhoofd die sinds de geboorte bestond. MRI-onderzoek toonde aan dat het een sinus pericranii betrof. De behandeling bestond uit het coaguleren van de veneuze verbinding en het dichten van het schedeldefect.
Conclusie
Bij een patiënt met een weke zwelling op het achterhoofd die aanwezig is sinds de geboorte, dient differentiaaldiagnostisch niet alleen aan epitheelcysten maar ook aan een sinus pericranii te worden gedacht. Dit is vooral belangrijk wanneer de zwelling in de middenlijn ligt.
Geen sinus pericranii maar atretische pariëtale cephalocele?
Met belangstelling lazen wij het artikel getiteld ‘Sinus pericranii. Een congenitale zwelling op het behaarde hoofd’ van auteurs Wybren Prins, Wimar A. van den Brink en Rombout R. Kruse. De auteurs beschrijven een casus met een zachte, elastische zwelling op het achterhoofd die sinds de geboorte bestond. Aanvullend MRI-onderzoek toonde volgens de auteurs aan dat het een sinus pericranii betrof.
De locatie van het schedeldefect met uitwendige subgaleale zwelling op de behaarde hoofdhuid in de middellijn parietaal, en de aanwezigheid van abnormaal verlopende veneuze vaatstructuur in het traject van de dorsale falx cerebri op de aangegeven MRI afbeelding waarbij geen normale positie zichtbaar is van de sinus rectus, is erg suspect voor een onderliggende atretische parietale cephalocele. Een atretische parietale cephalocele is een zeldzame congenitale afwijking, embryologisch waarschijnlijk het restant van een geïnvolueerde grotere cefalocele [1]. Typisch is hierbij een dunne fibreuze band met aanliggend traject van liquor te vervolgen vanaf het (dorsaal uitbochtend) mesencephalon tot aan de dura ter plaatse van het schedeldefect. Soms is alleen kleine restant van deze fibreuze band zichtbaar. Deze ontwikkelingsstoornis gaat veelal gepaard met intracraniële veneuze anomalieën. Meestal is een primitieve falciene sinus aanwezig in combinatie met een deels of volledig afwezige sinus rectus. Als gevolg ontstaat er een vergrote supracerebellaire cisterne. Een atretische parietale cephalocele kan daarnaast gepaard gaan met een sinus pericranii [2].
Referenties
Afzenders
Dr. Frederick J.A. Meijer, neuroradioloog, Afd. Radiologie, Radboudumc Nijmegen
Prof. Dr. Charles B.L.M. Majoie, neuroradioloog, Afd. Radiologie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam