Simpel onderbinden beter dan instulpen van de appendixstomp; een prospectief gerandomiseerd onderzoek

Onderzoek
P.P.M. Jacobs
G.F. Koeyers
C.M.A. Bruyninckx
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:1020-3
Abstract

Samenvatting

Doel

Vergelijken van 2 methoden van appendixstompbehandeling na appendectomie wegens appendicitis acuta.

Opzet

Een prospectief gerandomiseerd onderzoek waarbij gedurende de periode 1 september 1989-1 december 1990 bij alle patiënten die een appendectomie ondergingen de appendixstomp verzorgd werd met een simpele onderbinding dan wel een onderbinding en dubbele instulping.

Plaats

Afdeling Algemene Chirurgie van het St. Joseph Ziekenhuis in Veldhoven.

Patiënten en methoden

Gedurende de onderzoeksperiode werd bij 134 patiënten de appendixstomp volgens een lotnummer op één van de beide manieren verzorgd. De operatietechniek was verder gelijk in beide groepen. Alleen de operateur was op de hoogte van het type stompbehandeling. Van alle patiënten werden de volgende gegevens verzameld: leeftijd, geslacht, histologische diagnose, opnameduur en het optreden van complicaties. Bij alle patiënten bedroeg de follow-up-duur minimaal 6 maanden. De gegevens werden statistisch bewerkt met behulp van de χ2-toets en de Mann-Whitney-toets.

Resultaten

Bij 79 patiënten werd de stomp alleen onderbonden en bij 55 onderbonden en ingestulpt. Het betrof 74 mannen en 60 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 25 (4-90) jaar. De beide groepen waren vergelijkbaar wat betreft leeftijd, geslacht, antibioticagebruik, wondbehandeling, diagnose en opnameduur. Het aantal infectieuze complicaties bedroeg in totaal 4. Wondcomplicaties traden significant vaker op in de ‘instulpen’-groep (p = 0,017). Wat betreft overige complicaties werden geen significante verschillen gevonden tussen de 2 groepen.

Conclusie

Simpel onderbinden van de appendixstomp heeft de voorkeur boven onderbinden en instulpen gezien de eenvoudigheid van de techniek, de verkorte operatieduur, het minder optreden van wondcomplicaties en het feit dat het coecum niet gedeformeerd wordt, wat later bij eventueel röntgenonderzoek het onterechte vermoeden van een neoplasma voorkomt.

Auteursinformatie

St. Joseph Ziekenhuis, afd. Algemene Chirurgie, Veldhoven.

P.P.M.Jacobs en G.F.Koeyers, assistent-geneeskundigen; dr.C.M.A. Bruyninckx, chirurg.

Contact P.P.M.Jacobs, Academisch Ziekenhuis St. Radboud, afd. Algemene Heelkunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties