Seronegatieve (SN) en seropositieve (SP) patiënten met myasthenia gravis (MG) hebben klinisch, elektrofysiologisch en therapeutisch vergelijkbare kenmerken. In tegenstelling tot SP-MG-patiënten kunnen bij SN-MG-patiënten met de gebruikelijke radio-immunoassays geen antilichamen tegen de acetylcholinereceptoren (AChR) in het serum worden aangetoond. De aanwezigheid van deze antilichamen, welke een belangrijke rol spelen in…
Seronegatieve patiënten met myasthenia gravis hebben een T-celgemedieerde autoreactieve immuunrespons tegen epitopen van de acetylcholinereceptor
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:200
Reacties