Sensibilisatie voor tromantadine (Viru-Merz) bij herpes simplex-infecties

Th. van Joost
E. Stolz
J. Piket-van Ulsen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:21-2
Abstract

Samenvatting

Acht patiënten met allergische huidafwijkingen door Viru-Merz toegepast bij herpes simplex-infecties worden besproken. Vooral de twijfel aan voldoende therapeutische werkzaamheid van Viru-Merz en de mogelijkheid van ontstaan van relatief ernstige allergische huidreacties vormen gronden om dit middel slechts met terughoudendheid voor te schrijven.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis RotterdamDijkzigt, afd. Dermato-Venereologie, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Prof.dr.Th.van Joost en prof.dr.E.Stolz, dermato-venereologen; J.Piket-van Ulsen, assistent-geneeskundige.

Contact prof.dr.Th.van Joost

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, februari 1987,

Bij de nuttige mededeling van Van Joost et al. (1987;21-2) over allergisch contacteczeem door tromantadine, komt ook de groepssensibilisatie met amantadine ter sprake. Er bestaan overzichten van lokaal sensibiliserende therapeutica in identieke of chemisch verwante geneesmiddelen, die na interne toepassing gegeneraliseerde huidreacties kunnen doen ontstaan.12 De adviserende dermatoloog kan in deze gevallen in praktische moeilijkheden komen waar het gaat om onderzoek en advisering van de patiënt. Uitgaande van de sensibilisatie voor tromantadine en het al of niet voorschrijven van amantadine komen vijf mogelijkheden van onderzoek en advies ter overweging.

1. Het voorschrijven van amantadine wordt – via een geneesmiddelpasje – verboden.

2. Er wordt epicutaan allergologisch onderzoek verricht met amantadine. In geval van positieve reacties wordt amantadine verboden. Hierbij dient beseft te worden dat niet altijd bij positieve epicutane reacties op een geneesmiddel huiderupties ontstaan, als dit geneesmiddel inwendig wordt gebruikt.3

3. Behalve allergische reacties van het vertraagde type (type IV-reacties) kunnen sommige medicamenten reacties van het onmiddellijke type (type I-reacties) veroorzaken.4 Deze type I-reacties kunnen opgespoord worden met intracutane tests, priktests of scratch tests. Deze methode is in het algemeen echter te onbetrouwbaar om enige waarde aan de uitkomsten te mogen hechten. (Dit geldt echter niet voor sommige medicamenten zoals penicillines, insulines, lokaalanesthetica.)

4. Provocatietests met amantadine in lage doses zijn te overwegen onder de noodzakelijke shock-preventieve maatregelen.

5. Bij een goede, eventueel dringende indicatie wordt amantadine vanaf het begin in therapeutische dosis voorgeschreven. In geval van ernstige huidreacties moeten dan uiteraard adequate therapeutische maatregelen genomen worden.

Anafylactische reacties kunnen niet geheel uitgesloten worden: bij sommige medicamenten zoals de aminopenicillines kunnen bij allergologisch onderzoek zowel allergische reacties van het type IV als type I-reacties worden vastgesteld.5 Bij uitwendige sensibilisatie voor een therapeuticum en groepssensibilisatie voor een inwendig te geven identiek of immunochemisch verwant geneesmiddel hangen de te nemen maatregelen vooral af van de onmisbaarheid van dit geneesmiddel of van mogelijk te overwegen alternatieven.

W.G. van Ketel
Literatuur
  1. Nater JP, Groot AC de. Unwanted effects of cosmetics and drugs used in dermatology. Amsterdam: Excerpta Medica, 1983: 173-8.

  2. Fisher AA. Contact dermatitis. Philadelphia: Lea & Febiger, 1986: 119-30.

  3. Ekelund AG, Möller H. Oral provocation in eczematous contact allergy to neomycin and hydroxyquinolines. Acta Derm Venereol (Stockh) 1969; 49: 422-6.

  4. Coombs RR, Gell PGH. Classification of allergic reactions responsible for clinical hypersensitivity and disease. In: Clinical aspects of immunology. Oxford: Blackwell, 1975: 761-81.

  5. Haan P de, Bruynzeel DP, Ketel WG van. Onset of penicillin rashes: Relation between type of penicillin administered and type of immune reactivity. Allergy 1986: 75-8.